![]()
Om de standaardinstellingen in het Gebruikersinstellingenmenu te wijzigen, dient u op het apparaat in te loggen.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

Druk op [
] of [
] om het menu te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Als u de teller wilt controleren, drukt u op [Teller].
Om de kleurregistratie of -gradatie aan te passen, drukt u op [Onderhoud].
Als u de systeeminstellingen wilt wijzigen, drukt u op [Systeeminstel.].
Als u de printereigenschappen wilt wijzigen, drukt u op [Printereigensch.].
Als u de kopieereigenschappen wilt wijzigen, drukt u op [Kop.eigensch.].
Als u de scannereigenschappen wilt wijzigen, drukt u op [Scannereigensch.].
Als u de faxeigenschappen wilt wijzigen, drukt u op [Faxeigensch.].
Om de taal op het display te wijzigen, drukt u op [Taal].
Druk op [
] of [
] om het item te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Wijzig instellingen door de aanwijzingen op het scherm te volgen en vervolgens op de [OK]-toets te drukken.
Druk op de [Escape]-knop.
![]()
Druk tegelijkertijd op zowel [Gebruikersinstellingen] als [
] in het Gebruikersinstellingenmenu en druk vervolgens op [Ja]. Nu kunt u de instellingen die zijn opgegeven in [Systeeminstel.] en [Onderhoud] terug naar hun standaardwaarden kunt resetten. (dit geldt niet voor waarden die zijn opgegeven voor "Set Date", "Set Time" en "Display/Print Counter").