Koptekst overslaan
 

Bestand doorzenden

Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu [Best.overdracht] onder [Systeeminstel.].

SMTP Server

Geef de SMTP-servernaam op.

Als DNS wordt gebruikt, voer dan de hostnaam in.

Als DNS niet wordt gebruikt, voer dan het IPv4-adres van de SMTP-server in.

Standaardinstelling van "Poortnr.": [25]

Voer de servernaam in met maximaal 127 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.

Voer met de cijfertoetsen een poortnummer in tussen 1 en 65535.

SMTP Verificatie

Geef de SMTP-verificatie op (PLAIN, LOGIN, CRAMMD5). Als u e-mail naar een SMTP-server stuurt, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verificatie te gebruiken waarbij de gebruikersnaam en het wachtwoord moeten worden opgegeven.

Als de SMTP-server verificatie vereist, stel dan [SMTP verificatie] in op [Aan] en geef vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord op.

Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het e-mailadres van de beheerder in bij gebruik van internetfax.

  • Gebruikersnaam

    Voer de gebruikersnaam in met maximaal 20 tekens.

    Spaties mogen niet worden ingevoerd. Afhankelijk van het SMTP-servertype, moet "domein" worden opgegeven. Voeg "@" toe achter de gebruikersnaam, zoals in "gebruikersnaam@domein".

  • E-mailadres

    Voer een e-mailadres in met maximaal 64 tekens.

  • Wachtwoord

    Voer het wachtwoord in met maximaal 20 tekens.

    Spaties mogen niet worden ingevoerd.

Standaardinstelling: [Uit]

POP voor SMTP

Geef POP-verificatie op (POP voor SMTP).

Wanneer u e-mail verzendt naar een SMTP-server, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verbinding te maken met de POP-server t.b.v. verificatie.

Standaardinstelling: [Uit]

Als u POP voor SMTP instelt op [Aan], geef dan de wachttijd op na verificatie, de gebruikersnaam, het e-mailadres en het wachtwoord.

  • Wachttijd na verificatie

    Standaardinstelling: [300 sec.]

    Geef [Wachttijd na Verificatie] op van nul tot 10.000 seconden, in stappen van één seconde.

  • Gebruikersnaam

    Voer de gebruikersnaam in met maximaal 20 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.

  • E-mailadres

    Voer een e-mailadres in met maximaal 64 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.

  • Wachtwoord

    Voer het wachtwoord in met maximaal 20 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.

Om POP-serververificatie mogelijk te maken, voordat de e-mail naar de SMTP-server wordt gestuurd, stelt u [POP voor SMTP] in op [Aan]. E-mail wordt verzonden naar de SMTP-server nadat de tijd die is ingesteld voor [Wachttijd na Verificatie] is verstreken.

Als u [Aan] selecteert, voer dan de servernaam in de [POP3 instel.] in. Controleer ook het POP3-poortnummer bij [POP3 instel.].

POP3 instel.

Specificeer de POP3-servernaam voor het ontvangen van e-mail.

De opgegeven POP3-servernaam wordt gebruikt voor [POP voor SMTP].

  • Servernaam

    Als DNS wordt gebruikt, voer dan de hostnaam in.

    Als DNS niet wordt gebruikt, voer dan het IPv4-adres van de POP3-server in.

    Voer de POP3-servernaam in met maximaal 127 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.

  • Poortnummer

    Voer met de cijfertoetsen een poortnummer in tussen 1 en 65535.

    Standaardinstelling van "Poortnummer": [110]

E-mailadres beheerder

Geef het e-mailadres van de beheerder op.

Dit verschijnt als het afzenderadres op gemailde, gescande documenten, als de afzender niet is opgegeven.

Wanneer u e-mail verzendt met de internetfax-functie, zal het e-mailadres van de beheerder verschijnen als het afzenderadres onder de volgende omstandigheden:

  • De opgegeven afzender is niet geregistreerd in het adresboek van het apparaat en het e-mailadres van het apparaat is niet geregistreerd.

  • De opgegeven afzender is niet geregistreerd in het adresboek van het apparaat en het e-mailadres van het apparaat is niet geregistreerd.

Wanneer u SMTP-verificatie uitvoert voor de bestanden die zijn verzonden met de internetfax-functie, zal het e-mailadres van de beheerder verschijnen in het vakje "Van:". Als u de gebruikersnaam en het e-mailadres hebt opgegeven in [SMTP Verificatie], moet u niet vergeten deze instelling te specificeren.

Geef de afzender op gemailde, gescande documenten op, als [Naam afzender autom. specificeren] op [Uit] ingesteld staat.

E-mail ontv.interval (uitsluitend SG 3110SFNw)

Geef het tijdsinterval in minuten op voor het ontvangen van een internetfax via POP3-server.

Standaardinstelling: [Uit]

Als [Aan] is geselecteerd, kan het tijdsinterval worden ingesteld van 2 tot 1440 minuten in stappen van één minuut.

E-mailopslag op server (uitsluitend SG 3110SFNw)

Geef op of u de per internetfax ontvangen e-mails wilt opslaan op de POP3-server.

  • Uit

  • Alles

  • Alleen fouten

Standaardinstelling: [Uit]

Stand. Gebr.naam/WW(Verz.)

Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op voor het direct verzenden van scanbestanden naar een gedeelde map op een Windows-computer of naar een FTP-server.

  • SMB gebruikersnaam

    U kunt maximaal 20 tekens invoeren.

  • SMB Wachtwoord

    U kunt maximaal 20 tekens invoeren.

  • FTP gebruikersnaam

    U kunt maximaal 20 tekens invoeren.

  • FTP wachtwoord

    U kunt maximaal 20 tekens invoeren.

Stnd. onderwerp

Geef het standaard onderwerp op.

Voer [Stnd. onderwerp] in met maximaal 128 tekens.

Naam afzender automatisch specificeren

Stel in of u de naam van de afzender wilt opgeven wanneer u e-mail verzendt.

  • Aan

    Als u [Aan] selecteert, zal het opgegeven e-mailadres in het vakje "Van:" verschijnen. Als u de afzender niet opgeeft, verschijnt het e-mailadres van de beheerder in het vakje "Van:".

    Als u de afzender niet opgeeft wanneer u een bestand per e-mail onder de faxfunctie verstuurt of als het opgegeven e-mailadres niet geregistreerd staat in het adresboek van het apparaat, zal het e-mailadres van het apparaat in het vakje "Van:" verschijnen. Als het apparaat geen e-mailadres heeft, zal het e-mailadres van de beheerder in het vak "Van:" verschijnen.

  • Uit

    Als u [Uit] selecteert, verschijnt het opgegeven e-mailadres in het vak "Van:", maar kunt u geen e-mail verzenden zonder het e-mailadres van de afzender op te geven. Onder de faxfunctie kunt u geen e-mail versturen als het opgegeven e-mailadres van de afzender niet in het adresboek van het apparaat geregistreerd staat.

Standaardinstelling: [Uit]

E-mailaccount fax (uitsluitend SG 3110SFNw)

Maak een e-mailaccount voor het ontvangen van internetfaxen door de volgende instellingen op te geven.

  • Ontvangen

    • E-mailadres

      Voer een e-mailadres in met maximaal 64 tekens.

    • Gebruiker

      Voer de gebruikersnaam in met maximaal 20 tekens.

    • Wachtwoord

      Voer een wachtwoord in dat uit maximaal 20 tekens bestaat.

  • Niet ontvangen

Standaardinstelling: [Niet ontvangen]

Opmerking