Koptekst overslaan
 

Basisbewerkingen voor het versturen van een fax

In dit onderdeel worden de basisbewerkingen voor het sturen van een fax beschreven.

1Druk op de [Fax]-knop.

2Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.

Als het papier in de ADF is vastgelopen, is de vastgelopen pagina niet juist gescand. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier in de ADF, zie Vastgelopen papier in de automatische documentinvoer verwijderen.

3Druk op [Telefoon/e-mail] om het pictogram te wisselen.

Om een normale fax te verzenden, schakelt u over naar het telefoon () pictogram.

Om een internetfax te verzenden, schakelt u over naar het e-mail () pictogram.

4Voer met de cijfertoetsen een faxmummer van maximaal 50 tekens in of geef de gewenste bestemming op met de [snelkeuze]toetsen of de toets [Adresboek].

  • Een faxnummer kan bestaan uit de cijfers 0 t/m 9, pauze, "Sterretje" en "Scherp". Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Tekens invoeren.

  • Voor meer informatie over het opgeven van de faxbestemming raadpleegt u De faxbestemming opgeven.

  • Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat vóór het faxnummer het externe lijntoegangsnummer is opgegeven in [Toegangsnr. buitenlijn]. Voor meer informatie over [Toegangsnr. buitenlijn] raadpleegt u Het externe toegangsnummer instellen.

5Druk op de [B&W Start]-knop.

Afbeelding van de B&W Start-knop

  • Het apparaat vraagt u alleen om het faxnummer tweemaal in te voeren als u de bestemming handmatig invoert. Als de faxnummers niet overeenstemmen, keert u terug naar stap 3.

  • Wanneer u de glasplaat gebruikt, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en drukt u vervolgens op de toets [B&W Start]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand.

    Wanneer alle originelen zijn gescand, drukt u op [#] om de fax te versturen.

Opmerking

  • Als het apparaat in Geheugenverzendingmodus staat, kunt u [Totaal aantal oproepen] instellen, zodat het apparaat automatisch de bestemming opnieuw kiest als de lijn bezet is of als er een fout optreedt tijdens de verzending. Zie voor meer informatie over [Totaal aantal oproepen] en [Interval opnieuw verzenden (fax)] Beheerderstoepassingen.

  • Als het apparaat in Geheugenverzendingmodus staat, kan het geheugen van het apparaat vol raken tijdens het scannen van de originelen. In dit geval vraagt het scherm u om de verzending te annuleren of om alleen de pagina's te versturen die succesvol zijn gescand.

  • Als u een Internetfaxbestemming opgeeft nadat u Directe verzending hebt gekozen, schakelt de modus tijdelijk over naar Geheugenverzending.