In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de Service Set Identifier (SSID) kunt instellen.
Als u draadloos LAN wilt gebruiken, dient u de SSID van het draadloze toegangspunt voor netwerktoegang waarop het apparaat wordt aangesloten, op te geven. Neem voor het gebruik van de SSID contact op met uw netwerkbeheerder.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Druk op [Log-in].
Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].
Druk op [
] of [
] om [Systeeminstel.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [Interface-instell.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [IEEE 802.11] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [Gedet. inst.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [SSID] weer te geven en druk vervolgens op [OK].
Druk op [SSID].
Als al een SSID is ingesteld, kunt u de huidige SSID-instelling controleren.
Voer de tekens in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
De tekens die kunnen worden gebruikt zijn ASCII 0x20-0x7e (32 tekens).
De SSID kan ook worden ingesteld met behulp van een Web Image Monitor.
Druk op de [OK]-knop.
Druk op de [Escape]-knop.