In dit onderdeel wordt beschreven hoe u bestemmingen registreert met het bedieningspaneel.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

Druk op [
][
] om [Adresboek] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
][
] om [Snelkiesbestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
][
] om [Nr.] te selecteren en voer vervolgens met de cijfertoetsen het gewenste snelkiesnummer (1 t/m 20) in of het verkorte kiesnummer (1 t/m 200).
Als een bestemming al geregistreerd staat voor het ingevoerde nummer, zullen het faxnummer en de faxnaam die al zijn geregistreerd voor dat nummer, worden weergegeven.
Druk op [
][
] om [Faxnr.] te selecteren en voer vervolgens het faxnummer in (tot maximaal 40 tekens).
Druk op [
][
] om [Naam] te selecteren en voer vervolgens de faxnaam in (tot maximaal 20 tekens).
Bevestig de instelling en druk op de [OK]-knop.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm.
![]()
U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur.
Een faxnummer kan de volgende tekens bevatten: cijfers 0 t/m 9, pauze, "
", "
" en spatie.
Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na de pauze kiest. U kunt de pauzetijd bepalen via de instelling [Pauzetijd] onder de instellingen voor het versturen van faxen.
Om toondiensten op een kiestoonlijn te gebruiken, voert u een "
" in het faxnummer in. Met "
" schakelt u tijdelijk van puls naar kiestoon.
Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat het externe lijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-toegangsnummer] voor het faxnummer.
Gebruik Web Image Monitor om een internetfaxbestemming (een e-mailadres) te registreren.
U kunt een wachtwoord voor toegang naar het [Adresboek]-menu instellen onder [Vergr.beheerderstoepass.].
![]()
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Tekens invoeren
.
Zie voor meer informatie over [Pauzetijd] Instellingen voor het versturen van faxen
.
Zie voor meer informatie over [PBX-toegangsnummer] Beheerdersinstellingen
.
Zie voor meer informatie over het registreren van een internetfaxbestemming Faxbestemmingen registreren met Web Image Monitor
.
Voor meer informatie over [Vergr.beheerderstoepass.], zie Beheerdersinstellingen
.