Controleer of de [Automatische cyclus]-knop niet brandt.
Als deze wel brandt, druk dan op de [Automatische cyclus]-knop.

Controleer of de voorgaande instellingen zijn gewist.
Als de voorgaande instellingen niet zijn gewist, druk dan op de [Instellingen verwijderen/Energiespaarstand]-knop.
Controleer of de [Master maken]-selectieknop brandt.
Als deze niet brandt, druk dan op de [Master maken]-selectieknop.

Geef de benodigde instellingen op.
Druk op de [Start]-knop.

Druk indien nodig op de [Proefafdruk]-knop om het beeld te controleren voordat u overgaat tot afdrukken.

Controleer of de [Afdrukken]-selectieknop brandt.
Als deze niet brandt, druk dan op de [Afdrukken]-selectieknop.

Voer het gewenste aantal afdrukken in met de cijfertoetsen.
Voer een afdrukaantal in tussen 1 (minimum) en 9999 (maximum).

Druk op de [Start]-knop.

Na de proefafdruk wordt automatisch begonnen met het afdrukken.
![]()
Om de beeldpositie te wijzigen, zie Afdrukvoorbeeld en aanpassing
.
Als u het apparaat wilt stoppen tijdens het afdrukken van meerdere exemplaren, drukt u op de [Wis/Stop]-knop.
Om de apparaatinstellingen naar hun standaardwaarden te herstellen als het afdrukken is voltooid, drukt u op de [Instellingen verwijderen/Energiespaarstand]-knop.
Om ingevoerde waarden te wissen, drukt u op de [Wis/Stop]-knop.