![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Deze paragraaf beschrijft de gebruikersinstellingen op het tabblad [Algemene Instellingen] in [Scannereigensch.].
Titel veranderen
Selecteer de titel die in de bestemmingslijst moet worden getoond.
Standaardinstelling: [Titel 1]
Bestem.lijst van de bez.server bijwerken
Druk op [Bestem.lijst van de bez.server bijwerken] om de ontvangers vanaf de bezorgingsserver bij te werken. Om deze functie te gebruiken, moet [Bezorgingsoptie] ingesteld zijn op [Aan].
Voor meer informatie over "Bezorgingsoptie", zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Bestemming zoeken
Selecteer een bestemmingslijst die moet worden gebruikt in "Zoek bestemming". Om te zoeken vanaf de LDAP-server moet u de LDAP-server registreren in[Systeeminstellingen] en [LDAP zoeken] instellen op [Aan].
Standaard: [Adresboek]
Voor meer informatie over "LDAP zoeken" zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Standbytijd pc scanopdr.
Als het apparaat een TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scanaanvraag ontvangt terwijl het apparaat gegevens wegschrijft naar het geheugen of terwijl het apparaat een e-mail, scan-to-folder, netwerkbezorging of WSD-scanopdracht uitvoert, wordt onmiddellijk nadat een gedefinieerde stand-bytijd is verstreken sinds de laatste toets werd ingedrukt, overgeschakeld naar de netwerk-TWAIN- of WSD (ophaal)-scannerfunctie.
Gebruik deze instelling om op te geven of het apparaat meteen moet overschakelen naar TWAIN of WSD (ophaaltype) of dat het moet wachten tot de stand-by tijd is verstreken wanneer het een TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scanverzoek ontvangt.
Standaard: [Aan], 10 seconde(n)
Wanneer u [Uit] selecteert, schakelt het apparaat onmiddellijk over naar de netwerk-TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scannerfunctie.
Als u [Aan] selecteert, voert u een stand-by tijd in met de cijfertoetsen (3-30 seconden). Het apparaat schakelt om naar de netwerk-TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scannerfunctie als de hier ingestelde tijd verstreken is sinds er voor het laatst een toets werd ingedrukt.
Bestemmingslijst Display Prioriteit 1
Selecteer een bestemmingslijst die moet worden weergegeven als het apparaat zich in de uitgangspositie bevindt.
U kunt [E-mail/Map], [Bezorgingsserver] of [WSD] selecteren.
Standaard: [Bezorgingsserver]
Best.lijst Display Prioriteit 2
In het adresboek van het apparaat selecteert u welk adresboek standaard verschijnt.
U kunt [E-mailadres] of [Map] selecteren.
Standaard: [E-mailadres]
Afdr. & verw. Scanlogboek
Op dit apparaat kunnen tot 250 verzendings-/bezorgingsresultaten worden gecontroleerd. Als de limiet van 250 opgeslagen verzendings-/bezorgingsresultaten wordt bereikt, bepaalt u of het bezorgingslogboek moet worden afgedrukt.
De standaardinstelling is: Alles verw. en afdr
Alles verw. en afdr
Het verzendings-/bezorgingslogboek wordt automatisch afgedrukt. Het afgedrukte logboek wordt verwijderd.
Niet afdruk: Oudste verwijd.
De verzendings-/bezorgingsresultaten worden één voor één verwijderd naarmate nieuwe resultaten worden opgeslagen.
Niet afdr: Verz. uitschak.
Verzending/bezorging is onmogelijk als het logboek vol is.
Als ze worden afgedrukt, worden alle records na het afdrukken verwijderd. Als ze niet worden afgedrukt, worden de records die de limiet overschrijden, één voor één verwijderd vanaf het oudste record.
Terwijl het logboek wordt afgedrukt, kunnen bestanden met de status wachten niet worden verzonden.
Scanlogboek afdrukken
Het scannerlogboek wordt afgedrukt en verwijderd.
Scanlogboek verwijderen
Het scannerlogboek wordt verwijderd zonder het af te drukken.
Laatste bestemmingen verwijderen
De laatste bestemmingen zijn verwijderd.