![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Stel een documentwachtwoord in om een PDF-bestand te beschermen en te coderen. Alleen gebruikers die het wachtwoord hebben, kunnen het PDF-bestand openen en decoderen.
Codering is alleen mogelijk voor scanbestanden die via e-mail of scan-to-folder worden verzonden en worden opgeslagen op een verwijderbaar geheugenapparaat.
U kunt een gecodeerd bestand niet openen zonder een documentwachtwoord. Zorg ervoor dat u het wachtwoord van het bestand niet vergeet.
Druk op [Verzend Bestandstype/naam].
Zorg ervoor dat [PDF] of [Hoge compressie PDF] is geselecteerd.
Druk op [Beveil.inst.].
Selecteer [Codering].
In [Wachtwoord document], drukt u op [Invoeren].
Voer een wachtwoord in en druk vervolgens op [OK].
Het hier ingevoerde wachtwoord is noodzakelijk om het PDF-bestand te kunnen openen.
Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en druk vervolgens op [OK].
In [Coderingsniveau] selecteert u [40 bit RC4], [128 bit RC4] of [128 bit AES].
Druk twee keer op [OK].
Het wachtwoord van een document mag niet hetzelfde zijn als het masterwachtwoord.
Wachtwoorden van documenten zijn maximaal 32 alfanumerieke tekens lang.
U kunt Adobe Acrobat Reader 3.0 of 4.0 niet gebruiken om PDF-bestanden te bekijken die zijn gemaakt met [128 bit RC4]-codering.
PDF-bestanden die zijn gemaakt met [128 bit AES]-codering, kunt u alleen met Adobe Reader 7.0 of later bekijken.
Als [Alleen lage resolutie] is geselecteerd als afdruktoestemming, kunt u niet [40 bit RC4] selecteren als PDF-coderingsniveau.