![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Ga als volgt te werk om dit apparaat te registreren bij een clientcomputer.
Om het apparaat te registreren, dient u zich in te loggen als beheerder.
De clientcomputer kan het apparaat niet herkennen als beide apparaten zich op verschillende netwerksegmenten bevinden of als de instelling "Netwerk zoeken" van Windows Vista uitgeschakeld is. Zie de Windows Help-functie voor meer informatie.
Klik op [Netwerk] op het [Start]-menu.
Het venster [Netwerk] verschijnt en het zoeken naar het apparaat begint automatisch.
Klik rechts op het pictogram voor dit apparaat en klik vervolgens op [Installeren].
Het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt nu weergegeven.
Klik op [Doorgaan].
Als het dialoogvenster "Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, installeert u het printerstuurprogramma zoals beschreven in de Printerhandleiding.
Als de registratie voltooid is, wordt het scanprofiel automatisch gecreëerd. Als u het scanprofiel wenst te wijzigen, raadpleeg u "Scanprofiel wijzigen".