Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Het PostScript 3-printerstuurprogramma (Windows Vista/7, Windows Server 2008/2008 R2 - IPP)

In deze sectie wordt uitgelegd hoe u het PostScript 3-printerstuurprogramma onder Windows Vista/7 of Windows Server 2008/2008 R2 installeert voor gebruik op de SmartDeviceMonitor for Client-poort.

Belangrijk

  1. Sluit alle toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.

  2. Plaats de cd-rom in het cd-romstation.

    Het installatieprogramma wordt gestart.

  3. Selecteer een interfacetaal en klik vervolgens op [OK].

    Het printerstuurprogramma met de geselecteerde taal wordt geïnstalleerd. Het Engelstalige printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd als één van de volgende talen is geselecteerd: Suomi, Magyar, Cestina, Polski, Portugues, Russian, Catala, Turkce.

  4. Klik op [PostScript 3-printerstuurprogramma].

    De wizard Printer toevoegen wordt gestart.

  5. Klik op [Lokale printer toevoegen].

  6. Klik op [Nieuwe poort creëren:].

  7. Klik op [SmartDeviceMonitor] in [Type poort:] en klik vervolgens op [Volgende].

  8. Klik op [IPP].

  9. Voer in het vak [Printer-URL], "http://(IP-adres van het apparaat of hostnaam)/printer" als het adres van het apparaat in.

    Als er een serververificatie is toegewezen, kunt u SSL (een protocol voor gecodeerde communicatie) inschakelen door "https://(IP-adres of hostnaam van het apparaat)/printer" op te geven (Internet Explorer 5.01 of hoger moet zijn geïnstalleerd).

    (Voorbeeld van IP-adres: 192.168.15.16)

    http://192.168.15.16/printer

    https://192.168.15.16/printer

    U kunt "http://IP-adres van het apparaat of hostnaam/ipp" invoeren als IP-adres van het apparaat.

    Als het adres "192.168.001.010" is, moet u dit invoeren als "192.168.1.10" om verbinding te maken met het apparaat.

  10. Voer bij [IPP-poortnaam] een naam voor het apparaat in. Gebruik geen naam die al is toegewezen aan een bestaande poort.

    Als hier geen naam wordt opgegeven, wordt het adres dat in het vak [Printer-URL] is ingevoerd gebruikt als naam van de IPP-poort.

  11. Klik op [Gedetaill. instellingen] om de noodzakelijke instellingen op te geven, en klik op [OK].

    Voor informatie over de instellingen, zie Help SmartDeviceMonitor for Client.

  12. Klik op [OK].

  13. Controleer of de naam van het printerstuurprogramma dat u wilt installeren is geselecteerd en klik op [Volgende].

  14. Wijzig desgewenst de naam van het apparaat en klik vervolgens op [Volgende].

    Indien er een aanvinkvakje voor het instellen van het apparaat als standaardprinter verschijnt, stel dit dan desgewenst in.

  15. Geef aan of u het apparaat wilt delen en klik vervolgens op [Volgende].

  16. Geef aan of u wel of geen testpagina wilt afdrukken en klik op [Voltooien].

    Indien er een aanvinkvakje voor het instellen van het apparaat als standaardprinter verschijnt, stel dit dan desgewenst in.

    De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart.

Opmerking