![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u het PostScript 3-printerstuurprogramma onder Windows XP of Windows Server 2003 /2003 R2 installeert voor gebruik op de standaard TCP/IP-poort.
U dient printerbeheerder te zijn om de stuurprogramma's te kunnen installeren. Log in als beheerder.
In een IPv6-omgeving kunt u de standaard TCP/IP-poort niet gebruiken. Gebruik de SmartDeviceMonitor for Client-poort.
U kunt het printerstuurprogramma installeren vanaf de met dit apparaat meegeleverde cd-rom, of het downloaden van de website van de fabrikant.
Sluit alle toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.
Plaats de cd-rom in het cd-romstation.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Selecteer een interfacetaal en klik vervolgens op [OK].
Het printerstuurprogramma met de geselecteerde taal wordt geïnstalleerd. Het Engelstalige printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd als één van de volgende talen is geselecteerd: Suomi, Magyar, Cestina, Polski, Portugues, Russian, Catala, Turkce.
Klik op [PostScript 3-printerstuurprogramma].
De wizard Printer toevoegen wordt gestart.
Klik op [Volgende >].
Klik op [Lokale printer die met deze computer is verbonden] en klik op [Volgende >].
Klik op [Nieuwe poort creëren:].
Klik op [Standaard TCP/IP-poort] in [Type poort:] en vervolgens op [Volgende >].
Klik in het dialoogvenster [Wizard Standaard TCP/IP-printerpoort toevoegen] op [Volgende >].
Voer in het vak [Printernaam of IP-adres] het IP-adres of de naam van het apparaat in.
In het tekstvak [Poortnaam] wordt automatisch een poortnaam ingevuld. Wijzig deze naam indien nodig.
Klik op [Volgende >].
Klik op [Voltooien] in het dialoogvenster [De wizard Standaard TCP/IP-printerpoort toevoegen].
Controleer of de naam is geselecteerd van het apparaat waarvoor u het stuurprogramma wilt installeren en klik vervolgens op [Volgende >].
Wijzig desgewenst de naam van het apparaat en klik vervolgens op [Volgende >].
Selecteer [Ja] om het apparaat als standaard in te stellen.
Geef aan of u het apparaat wilt delen en klik vervolgens op [Volgende >].
Geef aan of u wel of geen testpagina wilt afdrukken en klik op [Volgende >].
Klik op [Voltooien].
Als het bericht [Hardware-installatie] verschijnt, klikt u op [Toch doorgaan].
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart.
Als u de installatie van het geselecteerde stuurprogramma wilt stoppen, klikt u op [Annuleren] voordat de installatie is voltooid.
Na de installatie van het printerstuurprogramma kan een Gebruikerscode worden ingesteld. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over Gebruikerscodes.
Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mogelijk niet. Start in dit geval "Setup.exe" op vanaf het cd-romstation.