![]() ![]() | ![]() | ||
Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Instellingen papierlade onder Systeeminstellingen.
![]()
Als het opgegeven papierformaat verschilt van het papier dat in de papierlade is geplaatst, kan er een papierstoring optreden omdat het juiste papierformaat niet kan worden vastgesteld.
Papierladeprioriteit: Kopieerapparaat (kopieerapparaat/documentserver)
Geef de lade op waaruit papier voor uitvoer moet worden geleverd.
Standaard: [Lade 1]
Papierladeprioriteit: Fax (fax)
Geef de lade op waaruit papier voor uitvoer moet worden geleverd.
Standaard: [Lade 1]
Papierladeprioriteit: Printer (printer)
Geef de lade op waaruit papier voor uitvoer moet worden geleverd.
Standaard: [Lade 1]
Papierformaat lade: Lade 1
Selecteer het formaat van het papier dat in de papierlade is geplaatst.
De papierformaten die u kunt instellen voor lade 1 zijn als volgt:
[Autodetectie], A3
, A4
, A4
, A5
, A5
, A6
, B4 JIS
, B5 JIS
, B5 JIS
, B6 JIS
,
C5 Env
, C5 Env
, C6 Env
, DL Env
,
11 × 17
, 11 × 15
, 11 × 14
, 10 × 15
, 10 × 14
, 81/2 × 14
, 81/2 × 13
,
81/2 × 11
, 81/2 × 11
, 81/4 × 14
, 81/4 × 13
, 8 × 13
, 8 × 101/2
,
8 × 101/2
, 8 × 10
, 8 × 10
, 71/4 × 101/2
, 71/4 × 101/2
,
51/2 × 81/2
, 41/8 × 91/2
, 37/8 × 71/2
,
8K
, 16K
, 16K
, [Aangepast formaat]
Standaard: [Autodetectie]
U kunt een aangepast formaat opgeven tussen 100,0 - 297,0 mm (3,94 - 11,69 inch) verticaal en tussen 148,0 - 432,0 mm (5,83 - 17,00 inch) horizontaal.
Voor meer informatie over autodetectie van het papierformaat, zie de handleiding Over dit apparaat.
Papierformaat lade: Lade 2
Selecteer het formaat van het papier dat in de papierlade is geplaatst.
De papierformaten die u kunt instellen voor lade 2 zijn als volgt:
[Autodetectie], A3
, A4
, A4
, A5
, B4 JIS
, B5 JIS
, B5 JIS
,
11 × 17
, 11 × 15
, 11 × 14
, 10 × 15
, 10 × 14
, 81/2 × 14
, 81/2 × 13
,
81/2 × 11
, 81/2 × 11
, 81/4 × 14
, 81/4 × 13
, 8 × 13
, 8 × 101/2
,
8 × 101/2
, 8 × 10
, 8 × 10
, 71/4 × 101/2
, 71/4 × 101/2
,
8K
, 16K
, 16K
, [Aangepast formaat]
Standaard: [Autodetectie]
U kunt een aangepast formaat opgeven tussen 182,0 - 297,0 mm verticaal en tussen 148,0 - 432,0 mm horizontaal.
Voor meer informatie over autodetectie van het papierformaat, zie de handleiding Over dit apparaat.
Papierformaat lade: Lade 3-4 (wanneer de onderste papierlades zijn geplaatst)
Selecteer het formaat van het papier dat in de papierlade is geplaatst.
Voor lade 3 - 4 kunt u de volgende papierformaten instellen:
[Autodetectie], A3
, A4
, A4
, A5
, B4 JIS
, B5 JIS
, B5 JIS
,
11 × 17
, 11 × 15
, 11 × 14
, 10 × 15
, 10 × 14
, 81/2 × 14
, 81/2 × 13
,
81/2 × 11
, 81/2 × 11
, 81/4 × 14
, 81/4 × 13
, 8 × 13
, 8 × 101/2
,
8 × 101/2
, 8 × 10
, 8 × 10
, 71/4 × 101/2
, 71/4 × 101/2
,
8K
, 16K
, 16K
, [Aangepast formaat]
Standaard: [Autodetectie]
U kunt een aangepast formaat opgeven tussen 182,0 - 297,0 mm verticaal en tussen 148,0 - 432,0 mm horizontaal.
Voor meer informatie over autodetectie van het papierformaat, zie de handleiding Over dit apparaat.
Papierformaatlade: Lade 3 (wanneer de onderste papierlade is geplaatst)
Selecteer het formaat van het papier dat in de papierlade is geplaatst.
De papierformaten die u kunt instellen voor lade 3 zijn als volgt:
[Autodetectie], A3
, A4
, A4
, A5
, B4 JIS
, B5 JIS
, B5 JIS
,
11 × 17
, 11 × 15
, 11 × 14
, 10 × 15
, 10 × 14
, 81/2 × 14
, 81/2 × 13
,
81/2 × 11
, 81/2 × 11
, 81/4 × 14
, 81/4 × 13
, 8 × 13
, 8 × 101/2
,
8 × 101/2
, 8 × 10
, 8 × 10
, 71/4 × 101/2
, 71/4 × 101/2
,
8K
, 16K
, 16K
, [Aangepast formaat]
Standaard: [Autodetectie]
U kunt een aangepast formaat opgeven tussen 182,0 - 297,0 mm verticaal en tussen 148,0 - 432,0 mm horizontaal.
Voor meer informatie over autodetectie van het papierformaat, zie de handleiding Over dit apparaat.
Printer handinvoer papierformaat
Geef het papierformaat op in de handinvoer wanneer u gegevens vanaf de computer afdrukt.
De papierformaten die u in de handinvoer kunt plaatsen, zijn:
[Autodetectie], A3
, A4
, A4
, A5
, A5
, A6
, B4 JIS
, B5 JIS
,
B5 JIS
, B6 JIS
, C5 Env
, C5 Env
, C6 Env
, DL Env
, 12 × 18
,
11 × 17
, 11 × 15
, 11 × 14
, 10 × 14
, 81/2 × 14
, 81/2 × 13
,
81/2 × 11
, 81/2 × 11
, 81/4 × 14
, 81/4 × 13
, 8 × 13
,
8 × 10
, 8 × 10
, 71/4 × 101/2
, 71/4 × 101/2
,
51/2 × 81/2
, 41/8 × 91/2
, 37/8 × 71/2
,
8K
, 16K
, 16K
, [Aangepast formaat]
Standaard: [Autodetectie]
Voor meer informatie over autodetectie van het papierformaat, zie de handleiding Over dit apparaat.
U kunt een aangepast formaat opgeven tussen 90,0 - 305,0 mm (3,55 - 12,00 inch) verticaal en tussen 148,0 - 600,0 mm (5,83 - 23,62 inch) horizontaal.
Voordat gebruikers een horizontale dimensie van 600 - 1260 mm (23,62 - 49,6 inch)kunnen opgeven in "Aangepast formaat", moeten andere instellingen eerst worden opgegeven. Voor meer informatie over het opgeven van papierformaten dient u contact op te nemen met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Papiertype: Handinvoerlade
Hiermee stelt u het display in zodat u kunt zien welke papiersoort in de handinvoer is geplaatst.
De papiersoorten die u in de handinvoer kunt plaatsen, zijn:
[Niet weergeven], [Gerecycled pap.], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Etiketten], [Voorbedr. pap.], [Bankpost], [Karton], [Geperforeerd papier], [OHP (Transparant)], [Dik papier], [Medium dik], [Dun papier], [Speciaal papier], [Envelop]
De papierdiktes die u in de handinvoer kunt plaatsen, zijn:
[Dun papier] (52 - 59 g/m2, 14 - 15 lb. bankpost)
[Normaal papier] (60 - 81 g/m2, 16 - 20 lb. bankpost)
[Medium dik] (82 - 105 g/m2, 21 - 28 lb. bankpost)
[Dik papier] (106 - 157 g/m2, 28 lb. Bond - 42 lb. Index)
Standaardinstelling voor "Papiertype" is [Niet weergeven].
Standaardinstelling voor "Papierdikte" is [Normaal papier]
Standaardinstelling voor "Duplex toepassen" is [Ja].
Voor meer informatie over de verhoudingen tussen mogelijke papierformaten en papierdiktes, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden bij het gebruik van dik papier, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Papiertype: Lade 1
Stelt het display in zodat u kunt zien welk papiertype in papierlade 1 is geplaatst.
De informatie wordt door de printer gebruikt om automatisch de lade met het geschikte papier te kiezen.
De papiertypen die u kunt instellen voor lade 1 zijn als volgt:
[Niet weergeven], [Gerecycled pap.], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Etiketten], [Voorbedr. pap.], [Bankpost], [Karton], [Geperforeerd papier], [OHP (Transparant)], [Dik papier], [Medium dik], [Dun papier], [Speciaal papier], [Envelop]
De papierdiktes die u kunt instellen voor lade 1 zijn als volgt:
[Dun papier] (52 - 59 g/m2, 14 - 15 lb. bankpost)
[Normaal papier] (60 - 81 g/m2, 16 - 20 lb. bankpost)
[Medium dik] (82 - 105 g/m2, 21 - 28 lb. bankpost)
[Dik papier] (106 - 157 g/m2, 28 lb. Bond - 42 lb. Index)
Standaardinstelling voor "Papiertype" is [Niet weergeven].
Standaardinstelling voor "Papierdikte" is [Normaal papier]
Standaardinstelling voor "Duplex toepassen" is [Ja].
Standaardinstelling voor "Autopapierselec. toepassen" is [Ja].
Er verschijnt een merkteken naast de papierlade als u [Nee] hebt geselecteerd in "Autopapierselec. toepassen".
Autopapierselec. toepassen kan alleen voor de kopieerapparaatfunctie worden geselecteerd als [Niet weergeven] en [Gerecycl. pap.] geselecteerd zijn. Indien [Nee] geselecteerd wordt, is Autom.pap.sel niet geldig.
Voor meer informatie over de verhoudingen tussen mogelijke papierformaten en papierdiktes, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden bij het gebruik van dik papier, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Papiertype: Lade 2
Stelt het display in zodat u kunt zien welk papiertype in de papierlade 2 is geplaatst.
De informatie wordt door de printer gebruikt om automatisch de lade met het geschikte papier te kiezen.
De papiertypen die u kunt instellen voor lade 2 zijn als volgt:
[Niet weergeven], [Gerecycl.pap.], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Voorbedr. papier], [Bankpost], [Karton], [Vrgeperf. pap.], [Dik papier], [Medium dik], [Dun papier], [Speciaal papier]
De papierdiktes die u kunt instellen voor lade 2 zijn als volgt:
[Dun papier] (52 - 59 g/m2, 14 - 15 lb. bankpost)
[Normaal papier] (60 - 81 g/m2, 16 - 20 lb. bankpost)
[Medium dik] (82 - 105 g/m2, 21 - 28 lb. bankpost)
[Dik papier] (106 - 157 g/m2, 28 lb. Bond - 42 lb. Index)
Standaardinstelling voor "Papiertype" is [Niet weergeven].
Standaardinstelling voor "Papierdikte" is [Normaal papier]
Standaardinstelling voor "Duplex toepassen" is [Ja].
Standaardinstelling voor "Autopapierselec. toepassen" is [Ja].
Er verschijnt een merkteken naast de papierlade als u [Nee] hebt geselecteerd in "Autopapierselec. toepassen".
Autopapierselec. toepassen kan alleen voor de kopieerapparaatfunctie worden geselecteerd als [Niet weergeven] en [Gerecycl. pap.] geselecteerd zijn. Indien [Nee] geselecteerd wordt, is Autom.pap.sel niet geldig.
Voor meer informatie over de verhoudingen tussen mogelijke papierformaten en papierdiktes, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden bij het gebruik van dik papier, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Papiertype: Lade 3 - 4 (wanneer de onderste papierlades zijn geplaatst)
Hiermee stelt u het scherm zo in dat u kunt zien welk papiersoort in papierlade 3 - 4 is geplaatst.
De informatie wordt door de printer gebruikt om automatisch de lade met het geschikte papier te kiezen.
Voor papierlade 3 - 4 kunt u de volgende papiersoorten instellen:
[Niet weergeven], [Gerecycl.pap.], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Voorbedr. papier], [Bankpost], [Karton], [Vrgeperf. pap.], [Dik papier], [Medium dik], [Dun papier], [Speciaal papier]
Voor lade 3 - 4 kunt u de volgende papierdikten instellen:
[Dun papier] (52 - 59 g/m2, 14 - 15 lb. bankpost)
[Normaal papier] (60 - 81 g/m2, 16 - 20 lb. bankpost)
[Medium dik] (82 - 105 g/m2, 21 - 28 lb. bankpost)
[Dik papier] (106 - 157 g/m2, 28 lb. Bond - 42 lb. Index)
Standaardinstelling voor "Papiertype" is [Niet weergeven].
Standaardinstelling voor "Papierdikte" is [Normaal papier]
Standaardinstelling voor "Duplex toepassen" is [Ja].
Standaardinstelling voor "Autopapierselec. toepassen" is [Ja].
Er verschijnt een merkteken naast de papierlade als u [Nee] hebt geselecteerd in "Autopapierselec. toepassen".
Autopapierselec. toepassen kan alleen voor de kopieerapparaatfunctie worden geselecteerd als [Niet weergeven] en [Gerecycl. pap.] geselecteerd zijn. Indien [Nee] geselecteerd wordt, is Autom.pap.sel niet geldig.
Voor meer informatie over de verhoudingen tussen mogelijke papierformaten en papierdiktes, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden bij het gebruik van dik papier, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Papiertype: Lade 3 (wanneer papierlade 3 (LCT) is geplaatst)
Stelt het display in zodat u kunt zien welk papiertype in de papierlade 3 (LCT) is geplaatst.
De informatie wordt door de printer gebruikt om automatisch de lade met het geschikte papier te kiezen.
Voor lade 3 (LCT) kunt u de volgende papiertypen instellen:
[Niet weergeven], [Gerecycl.pap.], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Voorbedr. papier], [Bankpost], [Karton], [Vrgeperf. pap.], [Dik papier], [Medium dik], [Dun papier], [Speciaal papier]
De papierdiktes die u kunt instellen voor lade 3 zijn als volgt:
[Dun papier] (52 - 59 g/m2, 14 - 15 lb. bankpost)
[Normaal papier] (60 - 81 g/m2, 16 - 20 lb. bankpost)
[Medium dik] (82 - 105 g/m2, 21 - 28 lb. bankpost)
[Dik papier] (106 - 157 g/m2, 28 lb. Bond - 42 lb. Index)
Standaardinstelling voor "Papiertype" is [Niet weergeven].
Standaardinstelling voor "Papierdikte" is [Normaal papier]
Standaardinstelling voor "Duplex toepassen" is [Ja].
Standaardinstelling voor "Autopapierselec. toepassen" is [Nee].
Er verschijnt een merkteken naast de papierlade als u [Nee] hebt geselecteerd in "Autopapierselec. toepassen".
Autopapierselec. toepassen kan alleen voor de kopieerapparaatfunctie worden geselecteerd als [Niet weergeven] en [Gerecycl. pap.] geselecteerd zijn. Indien [Nee] geselecteerd wordt, is Autom.pap.sel niet geldig.
Voor meer informatie over de verhoudingen tussen mogelijke papierformaten en papierdiktes, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden bij het gebruik van dik papier, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Papiertype: Lade 3 (wanneer de onderste papierlade is geplaatst)
Stelt het display in zodat u kunt zien welk papiertype in papierlade 3 is geplaatst.
De informatie wordt door de printer gebruikt om automatisch de lade met het geschikte papier te kiezen.
De papiertypen die u kunt instellen voor lade 3 zijn als volgt:
[Niet weergeven], [Gerecycl.pap.], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Voorbedr. papier], [Bankpost], [Karton], [Vrgeperf. pap.], [Dik papier], [Medium dik], [Dun papier], [Speciaal papier]
De papierdiktes die u kunt instellen voor lade 3 zijn als volgt:
[Dun papier] (52 - 59 g/m2, 14 - 15 lb. bankpost)
[Normaal papier] (60 - 81 g/m2, 16 - 20 lb. bankpost)
[Medium dik] (82 - 105 g/m2, 21 - 28 lb. bankpost)
[Dik papier] (106 - 157 g/m2, 28 lb. Bond - 42 lb. Index)
Standaardinstelling voor "Papiertype" is [Niet weergeven].
Standaardinstelling voor "Papierdikte" is [Normaal papier]
Standaardinstelling voor "Duplex toepassen" is [Ja].
Standaardinstelling voor "Autopapierselec. toepassen" is [Ja].
Er verschijnt een merkteken naast de papierlade als u [Nee] hebt geselecteerd in "Autopapierselec. toepassen".
Autopapierselec. toepassen kan alleen voor de kopieerapparaatfunctie worden geselecteerd als [Niet weergeven] en [Gerecycl. pap.] geselecteerd zijn. Indien [Nee] geselecteerd wordt, is Autom.pap.sel niet geldig.
Voor meer informatie over de verhoudingen tussen mogelijke papierformaten en papierdiktes, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden bij het gebruik van dik papier, raadpleegt u de handleiding Over dit apparaat.
Kaftbladlade
U kunt de lade opgeven en weergeven die wordt gebruikt om voorbladen in te voegen.
Nadat u de papierlade heeft geselecteerd, kunt u ook de weergavetijd en de kopieermethode voor dubbelzijdige kopieën kiezen.
Standaardinstelling: [Uit]
Wanneer [Modus geselecteerd] is geselecteerd, verschijnen de instellingen voor de kaftbladlade alleen wanneer de voor- of achterbladfunctie of tussenbladfunctie is geselecteerd.
Wanneer [Altijd] is geselecteerd, wordt de kaftbladlade altijd weergegeven.
Tussenbladlade
U kunt opgeven en weergeven welke lade wordt gebruikt om tussenbladen in te voegen.
U kunt ook de weergavetijd en de kopieermethode voor dubbelzijdige kopieën opgeven.
Standaardinstelling: [Uit]
Wanneer [Modus geselecteerd] is geselecteerd, verschijnen de instellingen voor de tussenbladlade alleen wanneer de voorbladfunctie of tussenbladfunctie is geselecteerd.
Wanneer [Altijd] is geselecteerd, wordt de tussenbladlade altijd weergegeven.
![]()
De papiertypes die u kunt instellen voor dit apparaat zijn [Normaal papier 1] en [Normaal papier 2]. De standaardinstelling is [Gewoon papier 2]. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat voor meer informatie over het instellen van de papierdikte.
De instellingen die geconfigureerd worden door op [Dun papier] ([Medium dik] of [Dik papier]) in "Papiertype" te drukken en welke geconfigureerd worden door op [Niet weergeven] in "Papiertype" en [Dun papier] ([Medium dik] of [Dik papier]) in "Papierdikte" te drukken, zullen hetzelfde zijn. [Dun papier] ([Medium dik] of [Dik papier]) worden weergegeven op het beginscherm van de kopieer- of printerfunctie.
Als u de papierinstellingen configureert nadat u [Dun papier] ([Medium dik] of [Dik papier]) in "Papertype" heeft geselecteerd, wordt [Niet weergeven] in "Papertype" en [Dun papier] ([Medium dik] of [Dik papier]) in "Papierdikte" weergegeven.
Voor meer informatie over hoe u de Systeeminstellingen opent, raadpleegt u "Gebruikersinstellingen openen".