![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een IP-faxbestemming registreert.
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerdertoepassingen].
Druk op [Adresboekmanagement].
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Selecteer de naam van de IP-faxbestemming die u wilt vastleggen.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
Druk op [Faxbestemm.].
Druk op [Select. regel] en vervolgens op [H.323] of [SIP].
Druk op [OK].
Druk op [Wijzigen] onder "Faxbestemming".
De IP-faxbestemming invoeren.
Druk op [OK].
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Zie "Namen registreren" om de naam te registreren.