![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Volg de onderstaande procedure om de netwerkomgeving in te stellen.
Schakel TCP/IP in met het bedieningspaneel en stel de netwerkomgeving van de printer in voor TCP/IP, inclusief IP-adressen.
TCP/IP van het apparaat staat als standaard ingesteld.
Installeer TCP/IP in Windows om de netwerkomgeving in te stellen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de lokale instellingen.
Als u wilt afdrukken onder Windows XP/Vista/7 of Windows Server 2003/2003 R2/2008/2008 R2, installeert u "Printing service for UNIX" als de netwerktoepassing.