Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Display

Op het display verschijnen de apparaatstatus, foutmeldingen en functiemenu's.

De weergegeven functie-items dienen als selectietoetsen. U kunt deze items kiezen of selecteren door kort op uw keuze te drukken.

Wanneer u een item op het bedieningspaneel selecteert of opgeeft, wordt het gemarkeerd, zoals in Schermafbeelding van bedieningspaneel. Toetsen die verschijnen als schermafbeelding bedieningspaneel kunnen niet worden gebruikt.

Druk op de knop [Gebruikersinstellingen/Teller] om het menu Gebruikersinstellingen weer te geven en druk vervolgens op [Systeeminstellingen].

Met het menuscherm Systeeminstellingen als voorbeeld geeft dit gedeelte uitleg over hoe u het bedieningspaneel van het apparaat moet gebruiken.

schermafbeelding van het bedieningspaneel (illustratie met nummers en benoemingen)

  1. De menu-tabbladen voor verschillende instellingen verschijnen. Om de instelling weer te geven die u wilt opgeven of wilt wijzigen, drukt u op het betreffende menu-tabblad.

  2. Er verschijnt een lijst met instellingen. Om een instelling op te geven of te wijzigen, drukt u op de betreffende toets in de lijst.

  3. Druk hierop om het menu Gebruikersinstellingen af te sluiten.