![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de oorspronkelijke setup van een speciale afzender kunt programmeren.
Programmeer de "Oorspronkelijke setup" van een speciale afzender. U kunt ook het papierformaat van de handinvoerlade opgeven.
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Ontvangst instellingen].
Druk op [Speciale afzender programmeren].
Druk op [Oorspronkelijke setup].
Selecteer de functie die u wilt programmeren.
Om Geautoriseerde ontvangst en Speciale ontvangstfunctie te programmeren, drukt u op [Geautoriseerde ontvangst] of [Speciale ontvangstfunctie].
Druk op [Aan] of [Uit] en druk vervolgens op [OK].
De illustratie toont het display "Geautoriseerde ontvangst" als voorbeeld.
Om Papierformaat handinvoer te programmeren, drukt u op [Papierform. Handinvoer].
Selecteer het formaat dat u wilt programmeren.
U kunt een formaat selecteren uit [Autodetectie], [Normaal formaat] of [Aangepast formaat].
Als u [Autodetectie] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 14.
Als u [Normaal formaat] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 10.
Als u [Aangepast formaat] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 11.
Selecteer het formaat dat u wilt programmeren uit de getoonde formaten.
Na het selecteren van het formaat, kunt u doorgaan naar stap 14.
Zorg ervoor dat [Verticaal] is geselecteerd.
Voer de verticale afmeting van het papier in met de cijfertoetsen en druk op [].
Geef een verticaal formaat op tussen 90 mm (3,6 inch) en 305 mm (12,0 inch).
Iedere keer dat u drukt op [mm] of [inch], schakelt de meeteenheid over van “mm” naar “inch” of omgekeerd.
Als u een lengte invoert en van meeteenheid wisselt door te drukken op [mm] of [inch], wordt deze lengte automatisch geconverteerd (cijfers achter de komma worden afgerond).
Voer de horizontale afmeting van het papier in met de cijfertoetsen en druk op [].
Geef een horizontaal formaat op tussen 148 mm (5,9 inch) en 600 mm (23,6 inch).
Iedere keer dat u drukt op [mm] of [inch], schakelt de meeteenheid over van “mm” naar “inch” of omgekeerd.
Als u een lengte invoert en van meeteenheid wisselt door te drukken op [mm] of [inch], wordt deze lengte automatisch geconverteerd (cijfers achter de komma worden afgerond).
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Als u [Autodetectie] selecteert, herkent het apparaat het papierformaat automatisch.