![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
U kunt een document ontvangen dat per e-mail is verzonden met behulp van SMTP-ontvangst.
Met SMTP-ontvangst worden e-mails ontvangen, zodra deze worden gezonden naar het e-mailadres dat door het apparaat is ingesteld.
Stel dit apparaat eerst in met behulp van de MX-record of de DNS-server om SMTP-ontvangst mogelijk te maken.
Gebruik de instelling voor het Ontvangstprotocol in Systeeminstellingen om het ontvangstprotocol in te stellen. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
U kunt tevens ontvangen e-mailberichten naar andere faxapparaten routeren.
Zelfs als op de DNS-server SMTP-ontvangst is ingeschakeld, worden e-mailberichten die vanaf de SMTP-server zijn verstuurd niet ontvangen en geeft het apparaat een foutmelding als SMTP-ontvangst niet is ingesteld onder "Systeeminstellingen". Bovendien stuurt de SMTP-server een foutmelding per e-mail naar de verzender.
Als zich bij het ontvangen van een e-mailbericht een fout voordoet, wordt de ontvangst afgebroken, het e-mailbericht gewist en een foutrapport afgedrukt. Bovendien stuurt de SMTP-server een foutmelding per e-mail naar de afzender.
Wanneer de SMTP-server ontvangen documenten naar dit apparaat probeert te routeren, terwijl het apparaat een e-mailbericht aan het verzenden is, zal het apparaat de SMTP-server beantwoorden met een "bezet"-signaal. Vervolgens probeert de SMTP-server het document opnieuw te sturen, totdat de ingestelde termijn is verlopen.