![]() ![]() | ![]() | ||
Deze modus wist de buitenste marges van de originele afbeelding.
Druk op [Bew./Stempel].

Druk op [Wissen].
Druk op [Midden/Rand wissen].
Druk op [Rand wissen].
Druk op [Breedte anders].
Druk op de toets behorend bij de rand die u wilt wijzigen en stel een wisbreedte in met [
] en [
].

Als u op [
] of [
] drukt, kunt u de breedte veranderen in stappen van 1 mm (0,1 inch). U wijzigt de breedte in stappen van 10 mm (1 inch) door de betreffende toets ingedrukt te houden.
Herhaal stap 6 als u nog een breedte wilt wissen.
Druk twee keer op [OK].
![]()
Om de waarde die u heeft ingevoerd, te wijzigen, drukt u op [
] en [
] en voert u vervolgens een nieuwe waarde in.