Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Taaktype

Gebruik deze optie om het type afdruktaak te selecteren.

In de volgende tabel ziet u waar u deze functie kunt selecteren.

Windows

[Taaksoort:] wordt weergegeven in het menu [Taaksetup] van het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren].

Mac OS X

[Type taak:] wordt weergegeven bij [Takenlogboek] in het dialoogvenster.

U kunt de volgende items selecteren:

Normale Afdruk

Selecteer deze voor normaal afdrukken. De afdruktaak start onmiddellijk nadat de afdrukopdracht is gegeven.

Testafdruk

Gebruik deze functie om slechts één set van een meervoudige afdruktaak te printen.

De overige sets worden in het apparaat opgeslagen. De opgeslagen taak kan vanaf het bedieningspaneel van het apparaat worden afgedrukt. U kunt ook de opgeslagen taak verwijderen.

De "Gebruiker-ID" kan uit maximaal acht alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9) tekens bestaan.

Door de "Gebruiker-ID" in te voeren, kunt u uw afdruktaken onderscheiden van die van anderen.

Zie "De functie Testafdruk gebruiken" voor meer informatie over de functie Testafdruk.

Beveiligde afdruk

Gebruik deze functie om, met gebruikmaking van een wachtwoord, documenten in het apparaatgeheugen op te slaan, en ze vervolgens te bewerken en af te drukken zoals u dat wilt.

De "Gebruiker-ID" kan uit maximaal acht alfanumerieke tekens(a-z, A-Z, 0-9) bestaan. Het "Wachtwoord" moet uit 4-8 cijfers bestaan.

Door de "Gebruiker-ID" in te voeren, kunt u uw afdruktaken onderscheiden van die van anderen.

Zie "De functie Beveiligde afdruk gebruiken" voor meer informatie over de functie Beveiligde afdruk.

Uitgestelde Afdruk

Met deze functie kunt u een bestand tijdelijk in het apparaat opslaan en het later via de computer of het bedieningspaneel van het apparaat afdrukken.

De "Gebruiker-ID" kan uit maximaal acht alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9) tekens bestaan.

De "Bestandsnaam" kan maximaal 16 alfanumerieke (a- z, A- Z, 0-9) tekens bevatten.

Door de "Gebruiker-ID" in te voeren, kunt u uw afdruktaken onderscheiden van die van anderen.

Zie "De functie Uitgestelde afdruk gebruiken" voor meer informatie over de functie Uitgestelde afdruk.

Opgeslagen afdruk

Met deze functie kunt u een bestand in het apparaat opslaan en het later via de computer of het bedieningspaneel van het apparaat afdrukken.

De "Gebruiker-ID" kan uit maximaal acht alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9) tekens bestaan. Het "Wachtwoord" moet uit 4-8 cijfers bestaan.

De Bestandsnaam kan maximaal 16 alfanumerieke (a- z, A- Z, 0-9) tekens bevatten.

U kunt aan een opgeslagen document een wachtwoord toekennen, maar dit is niet verplicht.

Door de "Gebruiker-ID" in te voeren, kunt u uw afdruktaken onderscheiden van die van anderen.

Zie "De functies Opgeslagen afdruk/Opslaan en Afdrukken gebruiken" voor meer informatie over de functie Opgeslagen afdruk.

Opslaan en Afdrukken

Met deze functie wordt het bestand meteen afgedrukt én opgeslagen in de printer.

De "Gebruiker-ID" kan uit maximaal acht alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9) tekens bestaan. Het "Wachtwoord" moet uit 4-8 cijfers bestaan.

De "Best.naam" mag maximaal 16 alfanumerieke tekens (a-z, A-Z, 0-9) bevatten.

U kunt aan een opgeslagen document een wachtwoord toekennen, maar dit is niet verplicht.

Door de "Gebruiker-ID" in te voeren, kunt u uw afdruktaken onderscheiden van die van anderen.

Zie "De functies Opgeslagen afdruk/Opslaan en Afdrukken gebruiken" voor meer informatie over de functie Opslaan en Afdrukken.

Document Server

Gebruik deze functie om documenten die u wilt afdrukken, documenten die u later wilt samenvoegen of later pas wilt afdrukken, op de printer op te slaan.

De "Bestandsnaam" kan maximaal 16 alfanumerieke (a- z, A- Z, 0-9) tekens bevatten.

Raadpleeg de Printerhandleiding voor meer informatie over de functie Document Server.

Verwijzing

Verwante onderwerpen

Hoe werkt de functie Testafdruk?
Testafdrukbestanden verwijderen
Hoe werkt de functie Beveiligde afdruk?
Beveiligde-afdrukbestanden verwijderen
Hoe werkt de functie Uitgestelde afdruk?
Uitgestelde-afdrukbestanden verwijderen
De functies Opgeslagen afdruk/Opslaan en Afdrukken gebruiken
Opgeslagen afdrukbestanden verwijderen
De functie Document Server gebruiken