![]() ![]() | ![]() | ||
Ga als volgt te werk als u een document wilt afdrukken met de functie Document Server.
Windows
Klik op [Afdrukken] in het menu [Bestand] in de toepassing.
Het dialoogvenster [Afdrukken] verschijnt.
Selecteer de printer en open het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren].
Klik in de lijst [Type taak:] op [Naar document server verzenden].
Klik op [Details...].
Voer in het vak [Gebruiker-ID:] een gebruikers-ID in van maximaal acht alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9) tekens. U kunt desgewenst ook een bestandsnaam en wachtwoord invoeren.
De gebruiker-ID geeft aan bij welke gebruiker een bepaalde taak hoort.
U kunt aan een opgeslagen document een wachtwoord toekennen, maar dit is niet verplicht.
Voor afdrukken en annuleren moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
Klik op [OK].
Klik op [OK] om het dialoogvenster voor printereigenschappen te sluiten.
Start het afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
Mac OS X
Klik op [Afdrukken] in het menu [Bestand] in de toepassing.
Het dialoogvenster [Afdrukken] verschijnt.
Klik op [Takenlogboek] in het pop-upmenu.
Klik in het pop-up menu [Taaktype:] op [Document Server].
Voer in het vak [Gebruiker-ID:] een gebruikers-ID in van maximaal acht alfanumerieke (a-z, A-Z, 0-9) tekens. U kunt desgewenst ook een bestandsnaam en wachtwoord invoeren.
De gebruiker-ID geeft aan bij welke gebruiker een bepaalde taak hoort.
U kunt aan een opgeslagen document een wachtwoord toekennen, maar dit is niet verplicht.
Voor afdrukken en annuleren moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
Start het afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.