![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In onderstaande procedure wordt beschreven hoe een testbestand wordt afgedrukt met het PCL 5c/6- en het RPCS-printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het afdrukken van een testafdrukbestand met het Postscript 3-printerstuurprogramma verwijzen we naar het PostScript3-supplement dat in een pdf-bestand op de cd-rom staat.
Toepassingen met eigen stuurprogramma's zoals PageMaker, ondersteunen deze functie niet.
Gebruikt u Mac OS X, dan heeft u Mac OS X v10.2 of hoger nodig om deze functie te gebruiken.
Testafdruk configureren via de eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Zie de relevante Help-bestanden voor meer informatie over het configureren van het printerstuurprogramma.
Afdrukken starten vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
U dient meer dan twee kopieën in te stellen.
De testafdruktaak wordt naar het apparaat gestuurd, en de eerste set wordt afgedrukt.
Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de toets [Printer] om het Printerscherm weer te geven.
Druk op [Afdruktaken].
Een lijst afdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven.
Druk op [Lijst vbl afdr.taken].
Een lijst testafdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken mogelijk niet weergegeven.
Selecteer het afdrukbestand dat u wilt controleren en druk vervolgens op [Afdrukken].
Voer het nieuwe aantal sets in met gebruik van de cijfertoetsen.
U kunt maximaal 999 sets invoeren.
Druk op [Wis/Stop] om invoerfouten te corrigeren.
Druk op [Ja].
De resterende sets worden afgedrukt.
Druk op [Nee] om het afdrukken te annuleren.
Wanneer u meerdere bestanden selecteert, geeft het bevestigingsscherm het totaal aantal bestanden weer dat moet worden afgedrukt.
Als u meerdere documenten selecteert en het aantal sets niet specificeert op het bevestigingsscherm, dan wordt voor elk geselecteerde document één set minder afgedrukt dan het aantal gespecificeerd op de computer. Als het aantal sets op de computer '1' is dan wordt voor elk document één set afgedrukt.
Wanneer u samengestelde testafdrukdocumenten afdrukt, kunt u niet het aantal sets wijzigen.
Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd.
Om het afdrukken te stoppen nadat het werd gestart, drukt u op [Afsluiten] tot het scherm Printer wordt geopend en vervolgens drukt u op [Job reset]. Het bestand wordt verwijderd.