Koptekst overslaan
 

Bedieningspaneel

Op het display worden de status van het apparaat, foutberichten en functiemenu's weergegeven.

De weergegeven functie-items dienen als selectietoetsen. U kunt deze items kiezen of selecteren door kort op uw keuze te drukken.

Wanneer u een item op het bedieningspaneel selecteert of opgeeft, wordt het gemarkeerd, zoals in Schermafbeelding van bedieningspaneel. Toetsen die worden weergegeven als Schermafbeelding bedieningspaneel kunnen niet worden gebruikt.

Belangrijk

  • Een schok of stoot van meer dan 30 N (ca. 3 kgf) kan het display beschadigen.

Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller] om het menu Gebruikersinstellingen weer te geven en druk vervolgens op [Systeeminstellingen].

Met het menuscherm Systeeminstellingen als voorbeeld, geeft dit gedeelte uitleg over hoe u het bedieningspaneel van het apparaat kunt gebruiken.

schermafbeelding van het bedieningspaneel (illustratie met nummers en benoemingen)

  1. De menu-tabbladen voor verschillende instellingen verschijnen. Om de instelling weer te geven die u wilt opgeven of wijzigen, drukt u op het betreffende menu-tabblad.

  2. Een lijst van instellingen verschijnt. Om een instelling op te geven of te wijzigen, drukt u op de betreffende toets in de lijst.

  3. Druk hierop om het menu Gebruikersinstellingen af te sluiten.