HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
In deze sectie worden de namen en functies geïntroduceerd van de onderdelen van type 3 en 4.
Blokkeer de ventilatiegaten niet door er objecten voor of tegen te plaatsen. Indien het apparaat overhit raakt, kan er zich een storing voordoen.
Automatische documentinvoer (ADF)
Wanneer u een stapel originelen in de automatische documentinvoer (ADF) plaatst, zal de ADF de originelen automatisch één voor één doorvoeren.
Deze documentinvoer kan worden gebruikt voor tweezijdige originelen.
Interne lade 1
Gekopieerd of afgedrukt papier en faxberichten worden hier afgeleverd.
Ventilatiegaten
Overhitting voorkomen.
Hoofdschakelaar
Controleer of de hoofdschakelaar is ingeschakeld als het apparaat niet functioneert nadat u de Aan/Uit-schakelaar heeft ingeschakeld. Indien hij uitgeschakeld is, schakelt u hem in.
Zie "Stroom in-/uitschakelen".
Glasplaat
Plaats originelen hier met de bedrukte zijde naar beneden.
Bedieningspaneel
Zie "Bedieningspaneel".
Voorklep
Moet worden geopend om toegang te krijgen tot de binnenkant van het apparaat.
Papierlade 1, 2
Plaats het papier hier.
Onderste papierladen (optioneel)
Plaats het papier hier.
Aan/Uit-schakelaar
Druk om de stroom in te schakelen de (Aan-indicator gaat branden). Druk nogmaals op deze schakelaar om het apparaat uit te schakelen (de Aan-indicator gaat uit).
Zie "Stroom in-/uitschakelen".
Ventilatiegaten
Overhitting voorkomen.
Handinvoer
Gebruik deze lade bij het kopiëren op transparanten, stickervellen, doorschijnend papier, enveloppen en papier met een aangepast formaat.
Verlenging
Trek deze verlenging eruit wanneer u papier dat groter is dan A4 in de lade voor handinvoer laadt.
Paneel rechtsonder
Open deze klep wanneer papier is vastgelopen.
Ventilatiegaten
Overhitting voorkomen.