Een bestemming opgeven via een bestemmingslijst
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u bestemmingen opgeeft in het Adresboek van het apparaat via het LAN-Fax-stuurprogramma.
Als u een bestemmingslijst wilt gebruiken om een bestemming op te geven, moet u de adresboekgegevens van het apparaat in de bestemmingstabel van het LAN-Fax-stuurprogramma opnemen. Zie "Het Adresboek van het apparaat gebruiken als bestemmingslijst van de LAN-Fax".
Klik op het tabblad [Adresboek] of [Bestemming opgeven].
Het tabblad [Adresboek] of [Bestemming opgeven] wordt weergegeven.
Schakel het selectievakje [Apparaatadres] (of [Gebruik apparaatadres]) in.
Apparaatadressen die zijn geregistreerd door het selectievakje [Gebruik apparaatadres] in het tabblad [Specificeer bestemming] in te schakelen.
Het adres wordt weergegeven in het veld [Apparaat adres] op het tabblad [Adresboek]. Voer op het tabblad [Bestemming opgeven] het registratienummer van de Bestemming-toets in het veld [Apparaat adres:] in.
Klik op [Als bestemming instellen].
De ingevoerde bestemming wordt toegevoegd en wordt weergegeven in het vak [Lijst van bestemmingen:].
Wanneer u per ongeluk een bestemming toevoegt, klikt u op de onjuiste bestemming en vervolgens op [Van lijst verwijderen].
Als u meer bestemmingen wilt opgeven, herhaalt u de stappen 3 en 4.
Voor nadere details over het opgeven van een bestemming, zie de Help van het LAN-Fax-stuurprogramma.
