![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
U kunt documenten afdrukken die met Windows-toepassingen zijn gemaakt.
Open het document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document en voer daarna de volgende procedure uit.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
Selecteer [LAN-Fax M8] in de lijst en klik vervolgens op [Afdrukken].
Het dialoogvenster [LAN-Fax] verschijnt.
De instelprocedure is afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. In alle gevallen selecteert u [LAN-Fax M8] als printer.
Klik op [Afdrukken] of [Afdrukken & Verzenden].
U kunt ook documenten opslaan in TIFF-indeling. Voor nadere details over het opslaan in TIFF-indeling, zie "Als bestanden opslaan".
U kunt de tijdsduur instellen gedurende welke het apparaat documentgegevens in zijn geheugen bewaart als het afdrukken is mislukt door een papiertekort of een papierstoring. Voer deze instelling in met de gebruikersparameter (schakelaar 20, bit 2, 3, 4, 5) in het menu Faxeigenschappen. De gegevens worden verwijderd wanneer de opgegeven tijd verstrijkt. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen.
Voor nadere details over het afdrukken van de faxafbeelding, zie de Help van het LAN-Fax-stuurprogramma.