Posities komen niet overeen met weergegeven afbeelding

Controleer of er instellingen voor de paginalay-out zijn gedefinieerd in de toepassing.

Zorg dat de papiergrootte die is geselecteerd in de lijst [Afdrukformaat:] van het dialoogvenster met printereigenschappen overeenkomt met de grootte van het geplaatste papier.

Stel de envelopkiezer in overeenstemming met het soort papier in. Voor enveloppen stelt u de hendel in op de achterste positie ; voor alle andere soorten papier stelt u de hendel in op de voorste positie . Zie Positie envelopkiezer komt niet overeen.

Vage afdrukken of dubbele lijnen wijzen erop dat de printerkoppen zich niet op de juiste positie bevinden. Los dit probleem op door de envelopkiezer in de stand te zetten en vervolgens [Koppositie] te selecteren.

Wanneer bidirectioneel wordt afgedrukt, plaatst u de envelopkiezer in de stand en selecteert u [Koppositie] om de printerkoppen op één lijn te brengen. Als het probleem zich blijft voordoen, drukt u het spuitkopcontroletestpatroon af en maakt u de printerkoppen schoon, indien noodzakelijk. Zie Koppositie, Spuitkop controle en Koppen reinigen.

Het probleem kan worden opgelost door [Afdrukbaar gebied:] in het dialoogvenster met printereigenschappen te wijzigen. Stel op het tabblad [Printerconfiguratie] [Afdrukbaar gebied:] in op [Maximum].

Selecteer in het gebied [Afdrukkwaliteit] het selectievakje [Alleen uni-direction. afdr]. Dit vertraagt echter wel het afdrukken.

Geef op het tabblad [Bewerken] in het dialoogvenster [Koptekst/voettekst/Beeldpositie aanpassen/Bindmarge] [Beeldpositie aanpassen] op de juiste wijze op.