Koptekst overslaanGelSprinter GX2500
InhoudVorigeVolgendeHelp

Als bi-directionele communicatie is uitgeschakeld

Voer deze procedure alleen uit als de printer en computer niet bi-directioneel communiceren. Met deze procedure kunt u de instellingen van het printerstuurprogramma weergegeven, aangeven welke optionele eenheden worden geïnstalleerd en het formaat en het type papier opgeven dat in de printer moet worden geplaatst.

Windows 98/Me

  1. Wijs in het menu [Start] naar [Instellingen], en klik daarna op [Printers].

  2. Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.

    Wanneer u het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer voor de eerste keer opent nadat u het printerstuurprogramma heeft geïnstalleerd, of als u de aangesloten opties nog niet heeft opgegeven, verschijnt een prompt met de vraag of u de opties wilt opgeven.

  3. Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].

  4. Klik op [OK].

  5. Selecteer het juiste formaat en type voor de lade.

  6. Klik op [OK] om het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer te sluiten.

Windows 2000/Vista of Windows NT 4.0

  1. Wijs in het menu [Start] naar [Instellingen] (Windows Vista: [Configuratiescherm]), en klik vervolgens op [Printers].

    Het venster [Printers] wordt weergegeven.

  2. Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.

  3. Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen] (Windows Vista: klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, en klik vervolgens op [Eigenschappen]).

    Wanneer u het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer voor de eerste keer opent nadat u het printerstuurprogramma heeft geïnstalleerd, of als u de aangesloten opties nog niet heeft opgegeven, verschijnt een prompt met de vraag of u de opties wilt opgeven.

  4. Klik op [OK].

  5. Klik op het tabblad [Accessoires].

    Als opties op het tabblad [Accessoires] zijn uitgeschakeld, is bi-directionele communicatie uitgeschakeld. In dit geval hoeven instellingen van opties niet te worden gewijzigd.

  6. Selecteer het juiste formaat en type voor de lade.

  7. Klik op [OK] om het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer te sluiten.

Windows XP, Windows Server 2003

  1. Klik in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten].

    Het venster [Printers en faxapparaten] wordt weergegeven.

  2. Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.

  3. Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].

    Wanneer u het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer voor de eerste keer opent nadat u het printerstuurprogramma heeft geïnstalleerd, of als u de aangesloten opties nog niet heeft opgegeven, verschijnt een prompt met de vraag of u de opties wilt opgeven.

  4. Klik op het tabblad [Accessoires].

  5. Selecteer het juiste formaat en type voor de lade.

  6. Klik op [OK] om het dialoogvenster met de eigenschappen van de printer te sluiten.

Opmerking