![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Als u het apparaat over lange afstand wilt verplaatsen, moet u het goed inpakken. Maak alle papierlades leeg, maar verwijder de printcartridge niet. Draai en kantel het apparaat niet gedurende het transport. Als het apparaat verplaatst is, verwijdert u de netwerkkaart en plaatst u deze opnieuw.
Ontgrendel de transportvergrendeling voordat u na het verplaatsen het apparaat inschakelt.
Schakel de stroom uit, maak de USB-kabel of de Ethernetkabel los en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact. Verwijder niet de printcartridges. Verwijder het papier.
Trek aan de vrijgavehendel van de scaneenheid en til deze op.
Vergrendel de transportvergrendeling en sluit de scaneenheid.
Neem contact op met de leverancier voor meer informatie.
De binnenkant van het apparaat kan vuil worden als het apparaat niet horizontaal wordt getransporteerd.