Lijst met parameterinstellingen
![]()
Wijzig niet de bitswaarden die niet in de tabel staan.
Schakelnummer | Bitsnummer | Te configureren functie | Huidige waarde |
|---|---|---|---|
02 | 3 | De gegevens van de afzender afdrukken | 0: Niet afdrukken (Standaard) 1: Afdrukken |
03 | 7 | Het journaal automatisch afdrukken | 0: Niet afdrukken 1: Printen (Standaard) |
04 | 1 | Automatisch afdrukken van het communicatiestoringsrapport | 0: Niet afdrukken 1: Printen (Standaard) |
04 | 4 | De bestemmingsnaam in verschillende rapporten weergeven | 0: Niet weergeven 1: Weergeven (Standaard) De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken |
04 | 5 | De gebruikersnaam in verschillende rapporten of lijsten weergeven | 0: Niet weergeven 1: Weergeven (Standaard) De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken |
04 | 7 | De originele afbeelding in verschillende rapporten of lijsten weergeven | 0: Niet weergeven 1: Weergeven (Standaard) |
05 | 0 | Voorwaarde voor ontvangst servicegesprek (vervangende ontvangst tijdens service-oproep) | 0: Vervangende ontvangst uitvoeren 1: Niet ontvangen (Standaard) |
05 | 2, 1 | Vervangende ontvangst uitvoeren wanneer het papier of de toner op is, of alle papierladen niet goed werken en een document niet kan worden afgedrukt | 00: Vervangende ontvangst onvoorwaardelijk uitvoeren 01: Voer vervangend ontvangst uit bij ontvangst faxnummer afzender (Standaard) 11: Geen inkomende gesprekken ontvangen |
05 | 5 | Alleen afdrukken op papier met de eerste prioriteit | 0: Uit (Standaard) 1: Aan |
05 | 7 | Een melding verzenden wanneer het papier in een van de papierladen opraakt | 0: Uit (Standaard) 1: Aan Wanneer er een bericht wordt weergegeven terwijl u de faxfunctie gebruikt |
10 | 1 | Afdrukken combineren | 0: Niet combineren (Standaard) 1: Combineren |
10 | 3 | Beperkt afdrukken | 0: Uit 1: Aan (Standaard) |
11 | 2 | Een leeg origineel detecteren | 0: Uit 1: Aan (Standaard) Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax |
14 | 0 | Documenten afdrukken die in de slaapstand zijn ontvangen | 0: Direct afdrukken (Standaard) 1: Afdrukken wanneer hersteld vanuit de slaapstand |
14 | 1 | Lange originelen scannen | 0: Uit 1: Aan |
14 | 3 | De instellingen resetten bij het schakelen van de functie | 0: Niet resetten (Standaard) 1: Resetten |
17 | 1 | Broadcast-verzending verbieden | 0: Niet verbieden (Standaard) 1: Verbieden Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd |
17 | 2 | Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen bij het uitvoeren van een Broadcast-verzending | 0: Niet op [Toev.] hoeven te drukken bij het toevoegen van een bestemming (Standaard) 1: Drukken op [Toev.] nodig bij toevoegen van bestemming Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd |
17 | 3 | De instellingen na het scannen van het origineel resetten | 0: Resetten (Standaard) 1: Niet resetten |
17 | 4 | Het bevestigingsscherm van de bestemming weergeven nadat op [Start] is gedrukt | 0: Niet weergeven (Standaard) 1: Weergeven Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd |
17 | 7 | Een fax handmatig ontvangen door op [Start] te drukken in de handmatige ontvangst of faxinformatiedienst | 0: Niet ontvangen 1: Ontvangen (Standaard) |
18 | 0 | De naam van de afzender en datum afdrukken (voor afdrukken) | 0: Niet afdrukken 1: Printen (Standaard) |
18 | 1 | Faxkoptekst afdrukken (voor afdrukken) | 0: Niet afdrukken 1: Printen (Standaard) |
18 | 2 | Faxkoptekst en documentnummer afdrukken (voor afdrukken) | 0: Niet afdrukken 1: Printen (Standaard) |
18 | 3 | Faxkoptekst en paginanummer afdrukken (voor afdrukken) | 0: Niet afdrukken 1: Printen (Standaard) |
19 | 1 | Journaal sorteren op lijntype | 0: Uit (Standaard) 1: Aan |
21 | 3 | Het bestandsformaat waarin het document moet worden verzonden wanneer een e-mail of maplocatie als locatie waarnaar u de documenten wilt laten doorsturen, is opgegeven | 0: TIFF (Standaard) 1: PDF Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map |
21 | 6 | Een waarschuwing voor een netwerkfout weergeven | 0: Weergeven (Standaard) 1: Niet weergeven Wanneer er een bericht wordt weergegeven terwijl u de faxfunctie gebruikt |
22 | 0 | De kiestoon detecteren voordat een fax wordt verzonden bij het initiƫren van een oproep op de G3-lijn | 0: Verzenden, zelfs wanneer niet gedetecteerd 1: Niet versturen als niet gedetecteerd (Standaard) |
22 | 3 | Sta het gebruik van Op Haak draaien toe als Bestemming meerdere keren invoeren is ingeschakeld | 0: Niet toestaan (Standaard) 1: Toestaan Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd |
22 | 7, 6, 5, 4 | Een bestemming herhaaldelijk invoeren | 0000: Uit (Standaard) 0001 (1 keer) - 1111 (15 keer) Geef het aantal keer van bevestiging in binair, bijv. "0010" voor het invoeren van hetzelfde faxnummer twee keer na het handmatig invoeren (drie keer in totaal). Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd |
32 | 0 | Prioriteitsbestemming wanneer een bestemming van het betemmingstype opgegeven voor Doorsturen niet bestaat, in geval meer dan een bestemmingstype in het adresboek is geregistreerd | 0: Papierprioriteit Faxbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door e-mailbetemming, en daarna mapbestemming. 1: Prioriteit elektronische media (Standaard) E-mailbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door mapbestemming, en daarna faxbestemming Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map |
37 | 4 | De afzenderinformatie in de bestandsnaam aanhalen bij het overbrengen van een ontvangen document naar een mapbestemming | 0: Niet aanhalen (Standaard) 1: Aanhalen Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map |
37 | 5 | Bruikbare tekens in de bestandsnaam beperken bij het overbrengen van een ontvangen document naar een mapbestemming | 0: Niet beperken (Standaard) 1: Beperken Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map |
38 | 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0 | Totaal aantal oproepen dat is gestart bij het verzenden van een document dat niet via Doorsturen naar een mapbestemming kan worden verzonden | 00000000/00000001: 1 keer - 11111110/11111111: 254 keer
Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map |
39 | 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0 | Interval (minuten) van opnieuw kiezen tijdens het verzenden van een document dat niet via Doorsturen naar een mapbestemming kan worden verzonden | 00000001: 1 minuut - 11111111: 255 minuten
Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map |
40 | 1 | Het mappad of e-mailadres in het bestemmingsveld van de verzendgeschiedenis weergeven bij verzending of doorsturen van een document naar een in het adresboek geregistreerde bestemming | 0: Ann (Standaard) 1: Uit |
45 | 3 | Afdrukken van een document bij het via doorsturen overbrengen van het document naar alle bestemmingen | 0: Volg de instelling in Instellingen Ontvangst Bestand (Standaard) 1: Niet afdrukken (Selecteer "Niet afdrukken" wanneer een document, dat normaal is overgedragen, niet wordt afgedrukt of opgeslagen, zelfs wanneer [Aan] is opgegeven bij [Afdrukken] onder [Bestandsontvangstinstellingen]. Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming |
46 | 3 | Controleer regelmatig of de lijn niet is afgesloten op G3-lijn | 0: Uitschakelen (Standaard) 1: Inschakelen
|
46 | 7 | Melding voor het inschakelen van het draaiende waarschuwingslampje na het voltooien van een faxontvangst | 0: Uit (Standaard) 1: Aan
|