GebruikershandleidingIM 2702

Toegangscontrole

De beheerder kan apparaten of protocollen beperken die met de printer/MFP kunnen worden verbonden om onopzettelijke toegang te voorkomen.

Ook kan de beheerder de poortstatus configureren.

De IP-adressen beperken van waaruit apparaten toegang hebben tot het apparaat (toegangscontrole)

Als u bijvoorbeeld een IP-adresbereik opgeeft van "192.168.15.1" tot "192.168.15.99", dan kan er géén toegang tot het apparaat worden verkregen vanaf de IP-adressen van 192.168.15.1 tot 99.

Afbeelding van het toegangscontrole

Ongebruikte protocollen uitschakelen

De protocolinstelling kan worden gewijzigd via het bedieningspaneel, in Web Image Monitor of door andere instellingsmethoden te gebruiken. De protocollen kunnen afzonderlijk worden geconfigureerd afhankelijk van de methode. Controleer het te configureren protocol in Lijst met protocolinstellingsmethoden en volg de instructie.

Afbeelding van het uitschakelen van ongebruikte protocollen

IP-adressen beperken van waaruit apparaten toegang hebben tot het apparaat

Stel met behulp van Web Image Monitor het bereik van de IP-adressen in die toegang hebben tot het apparaat.

Belangrijk

  • U kunt de toegang beperken vanuit de volgende protocollen.

    • LPR, RCP/RSH, FTP, Bonjour, SMB, WSD (Device), WSD (printer), IPP, DIPRINT, snmp, telnet

  • Het apparaat beperkt ook de toegang vanuit Web Image Monitor.

1Log via Web Image Monitor in op het apparaat als de beheerder.

2Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].

Afbeelding internetbrowserscherm

3Klik op [Toegangscontrole] in "Beveiliging".

4Om het IPv4-adres op te geven, voert u in "Toegangscontrole bereik" een bereik in dat toegang tot het apparaat heeft.

Afbeelding internetbrowserscherm
  • Om een IPv6-adres op te geven, selecteert u "Bereik" of "Masker" in "Toegangscontrole bereik" en voert u vervolgens een bereik in dat toegang heeft tot het apparaat.

5Klik op [OK].

6Nadat u de configuratie voltooid heeft, klikt u op [OK] en sluit u de internetbrowser af.

Lijst met protocolinstellingsmethoden

U kunt de protocolinstellingsmethoden in de volgende lijst bekijken:

  • 1: Bedieningspaneel 2: Web Image Monitor 3: telnet 4: Device Manager NX 5: Remote Communication Gate S

Protocol/Poort

Instellingsmethode

Functie die niet kan worden gebruikt wanneer Protocol/Poort uitgeschakeld is

IPv4

-

1, 2, 3

Alle toepassingen die via IPv4 worden uitgevoerd

(Als u gebruikmaakt van IPv4-verzending, kan dit niet worden uitgeschakeld via Web Image Monitor.)

IPv6

-

1, 2, 3

Alle toepassingen die via IPv6 worden uitgevoerd

FTP

TCP:21

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor FTP nodig is

(Via de instellingen op het bedieningspaneel kunt u alleen voorkomen dat persoonlijke gegevens worden weergegeven.)

telnet

TCP:23

2, 4

Verzendingen waarvoor telnet vereist is

HTTP

TCP:80

2, 3

Verzendingen waarvoor HTTP vereist is

Afdrukken met behulp van IPP op poort 80

HTTPS

TCP:443

2, 3

Verzendingen waarvoor HTTPS vereist is

(U kunt via het bedieningspaneel of Web Image Monitor instellingen opgeven, zodat alleen SSL-verzending toegestaan is en niet-SSL-verzending geweigerd wordt.)

Ricoh @Remote

SNMPv1-v2

UDP:161

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor SNMPv1/v2 vereist is

(Met behulp van het bedieningspaneel, Web Image Monitor of telnet kunt u SNMPv1/v2 zo instellen dat configuratie verboden is en het alleen-lezen wordt.)

SNMPv3

UDP:161

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor SNMPv3 vereist is

(Met behulp van het bedieningspaneel, Web Image Monitor of telnet kunt u instellingen opgeven, zodat alleen verzending met SNMPv3-codering is toegestaan en verzending zonder SNMPv3-codering wordt geweigerd.)

RSH/RCP

TCP:514

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor RSH vereist is

Netwerk-TWAIN

(Via de instellingen op het bedieningspaneel kunt u alleen verbieden dat persoonlijke gegevens worden weergegeven.)

LPR

TCP:515

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor LPR vereist is

(Via de instellingen op het bedieningspaneel kunt u alleen beperken dat persoonlijke gegevens worden weergegeven.)

IPP

TCP:631

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor LPR vereist is

Bonjour

UDP:5353

2, 3

Verzendingen waarvoor Bonjour vereist is

@Remote

TCP:7443

TCP:7444

1, 3

Ricoh @Remote

DIPRINT

TCP:9100

2, 3, 4, 5

Verzendingen waarvoor DIPRINT vereist is

RFU

TCP:10021

1, 3

Firmware op afstand bijwerken

WSD (apparaat)

TCP:53000 (variabel)

2, 3

Verzendingen waarvoor WSD (apparaat) vereist is

Opmerking

  • WS-Discovery (TCP:3702, UDP:3702) werkt ook.

WSD (printer)

TCP:53001 (variabel)

2, 3

Verzendingen waarvoor WSD (printer) vereist is

LLMNR

UDP:5355

2, 3

Naamomzettingsaanvragen die gebruikmaken van LLMNR

Opmerking

  • Zie de volgende instructies voor meer informatie over de instellingsprocedure via het bedieningspaneel of vanuit Web Image Monitor:

  • Voor meer informatie over de telnet-opdracht, zie "Apparaten monitoren (TELNET)" op onze website.

  • Voor meer informatie over de instellingen in Device Manager NX of Remote Communication Gate S, zie de Gebruikershandleiding van iedere tool.

Ongebruikte protocols uitschakelen vanaf het bedieningspaneel

Configureer protocollen in [Systeeminstellingen][Interface instellingen].

1Log in als beheerder op het apparaat via het bedieningspaneel.

2Druk op het Home-scherm op [Instellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Apparaateigenschappen] op het instellingenscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Systeeminstellingen][Interface-instellingen][Netwerk][Effectief protocol] om het instellingenscherm voor elk protocol weer gegeven.

5Schakel ongebruikte protocollen uit.

Afbeelding van bedieningspaneel

6Druk op [OK].

7Nadat de configuratie is voltooid, drukt u op Home (Operation panel screen illustration).

Ongebruikte protocollen uitschakelen vanuit Web Image Monitor

Configureer protocollen in [Instellingen] de categorie "Beveiliging".

1Log op het apparaat in als Beheerder vanuit Web Image Monitor.

2Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].

Afbeelding internetbrowserscherm

3Klik op [Netwerkbeveiliging] in "Beveiliging".

4Geef de uit te schakelen protocollen op of de poortnummers die moeten worden gesloten.

Afbeelding internetbrowserscherm

5Klik op [OK].

6Nadat u de configuratie voltooid heeft, klikt u op [OK] en sluit u de internetbrowser af.