Voer de volgende stappen uit voordat u de afbeeldingsposities aanpast:
Schuintecorrectie met de printercontroller
Voer allereerst de schuintecorrectie met de printercontroller uit. Voor meer informatie, zie de handleidingen van de printercontroller.
Een sjabloon afdrukken
Druk na de schuintecorrectie een sjabloon af van de meegeleverde cd-rom. Selecteer een sjabloon met een formaat dat overeenkomt met het papier dat een afbeelding bevat waarvan u de positie op het apparaat wilt aanpassen.
Meet het sjabloon op
Als u het sjabloon afdrukt, worden er in de hoeken pijlen afgedrukt.
Meet de lengte vanaf de hoeken van het papier tot de punt van de pijl en van de punt naar de punten van de pijlen. Noteer de lengte vervolgens in het veld op het sjabloon. Doe dit voor beide zijden van het papier.

De lengte van het uiteinde van de ene pijl tot het uiteinde van de andere pijl
De lengte van de hoek van het papier tot de punt van de pijl