Situaties waarbij Ring Binding wordt geannuleerd of de taak wordt gereset
Ring Binding kan in de volgende gevallen worden geannuleerd of een taak kan worden gereset:
Het apparaat is geconfigureerd om handmatig te blijven afdrukken.
[Automatisch doorgaan] is opgegeven.
Lade A is opgegeven als bronlade.
[Driver/Opdracht] is geselecteerd onder [Lade-instelling prioriteit] voor de opgegeven bronlade.
De tussenbladfunctie is opgegeven.
Scheidingsvel is opgegeven.
De nietfunctie is opgegeven.
De perforeerfunctie is opgegeven.
De vouwfunctie is opgegeven.
Papier wordt uitgeworpen met de afgedrukte zijde naar boven.
Perfect Binding is ingesteld.
De Ring Binder is niet bevestigd.
De ringbanden zijn op.
Het opvangbakje zit vol met perforatieafval.
Ring Binding kan niet gebruikt worden voor de geselecteerde lade, het papierformaat of het papiertype.
Ring Binding kan niet gebruikt worden voor de geselecteerde papierrichting.
Het aantal afgedrukte vellen is meer dan 50 als Ring Binding gebruikt wordt met ringbanden voor 50 vellen.
Het aantal afgedrukte vellen is meer dan 100 als Ring Binding gebruikt wordt met ringbanden voor 100 vellen.
De vellen papier die ingebonden moeten worden met ringbanden voor 50 vellen zijn dikker dan 50 vellen normaal papier.
De vellen papier die ingebonden moeten worden met ringbanden voor 100 vellen zijn dikker dan 100 vellen normaal papier.
De ringbanden zijn in de verkeerde richting geplaatst.
Er zijn ringbanden gebruikt met een afmeting die niet wordt ondersteund door de Ring Binder.
De perforeereenheid is niet bevestigd.
Er worden verschillende typen ringbanden (voor 50 vellen en 100 vellen) tegelijkertijd gebruikt.
Functies die geannuleerd worden als Ring Binding toegepast wordt voor het inbinden van vellen papier
De volgende functies worden geannuleerd indien ze tegelijkertijd met Ring Binding gebruikt worden:
Stapelen
Uitgebreide automatische ladewisseling