Koptekst overslaan
 

Wanneer u geen kopieën kunt maken zoals gewenst

De beschrijvingen met betrekking tot kopieer- en Document Server-functies zijn bedoeld voor type 1, 2 en 3 apparaten.

Basis

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het aantal geplaatste vellen overschrijdt de maximale capaciteit van het apparaat.

  • Stapel het papier tot aan de limietmarkering op de zijkanten van de papierlade, de markeringen op de papiergeleiders van de handinvoer of de markeringen op de bulklade (LCT).

  • Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst.

Er treden geregeld papierstoringen op.

De zijafscheiding van de papierlade is te strak ingesteld.

Druk zachtjes tegen de zijafscheiding en stel deze goed in.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van papier, zie Voorbereiding.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier is te dik of te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Voorbereiding.

Er treden geregeld papierstoringen op

Dik papier van een klein formaat is ingevoerd in de invoerrichting langs de lange rand (LEF).

Wanneer u papier invoert van 200 g/m2 of meer en met een papierlengte van 21 cm of meer, trekt u de lade-eenheid naar buiten en bedient u de hendel van de papiertransporteenheid om deze te verhogen.

Voor meer informatie, zie Voorbereiding.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het kopieerpapier is verkreukeld of gevouwen of gekreukeld.

  • Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Voorbereiding.

  • Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over het bewaren van papier, zie Voorbereiding.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Er wordt bedrukt papier gebruikt.

Plaats geen vellen die al eerder gekopieerd of bedrukt zijn door een ander apparaat.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Vellen kleven aan elkaar.

Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst. Helpt dit niet, kijk dan of het lukt wanneer u de vellen één voor één invoert.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van papier, zie Voorbereiding.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Het papier is te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Voorbereiding.

U wilt de afdrukkwaliteit controleren voordat u een groot aantal sets afdrukt.

U kunt een enkele kopie afdrukken zonder de instelling opnieuw op te geven.

Controleer de afdrukkwaliteit met behulp van de voorbeeldkopieerfunctie, waarbij alleen de eerste set wordt afgedrukt. Zie Basisbewerkingen.

U kunt meerdere functies niet combineren.

De geselecteerde functies kunnen niet gezamenlijk worden gebruikt.

Controleer de combinatie van functies en stel de instellingen opnieuw in. Voor meer informatie over het combineren van functies, zie Basisbewerkingen.

Bij het sorteren worden de pagina's in twee stapels gescheiden.

Het geheugen is vol geraakt terwijl de pagina's gesorteerd werden, waardoor ze in twee stapels zijn verdeeld.

Wijzig de instelling voor [Autom. scan. Herst. na geh. vol] in [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.]. Voor meer informatie over "Autom. scan. Herst. na geh. vol", zie Voorbereiding.

Er verschijnt een tekstpatroon op de achtergrond van de kopie.

U heeft een document met kopieerbeveiliging gekopieerd. Dit document is beveiligd tegen onbevoegd kopiëren.

Controleer het document. Voor meer informatie over het voorkomen dat een document onbevoegd wordt gekopieerd, zie Basisbewerkingen.

Afbeeldingen zijn scheef.

De zijafscheidingen in de papierinvoerlade zijn niet juist ingesteld.

Zorg ervoor dat de zijafscheidingen juist zijn ingesteld. Voor meer informatie over het instellen van de zijafscheidingen, zie Voorbereiding.

Afbeeldingen zijn scheef.

Het papier wordt scheef ingevoerd.

Plaats het papier op de juiste wijze. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Voorbereiding.

Afbeeldingen zijn scheef.

De geleider voor originelen in de ADF is niet goed ingesteld.

Zorg dat de geleider voor originelen goed is ingesteld. Voor meer informatie over het instellen van de geleider voor originelen, zie Voorbereiding.

Randen van de vellen zijn besmeurd.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over de aanbevolen omstandigheden voor het bewaren van papier, zie Voorbereiding.

Randen van de vellen zijn besmeurd.

U gebruikt papier dat niet wordt aanbevolen.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Voorbereiding.

Papier is omgekruld bij de hoeken.

Het papier is gekruld

Wanneer u de ontkruleenheid gebruikt, past u [Papierkrul in uitvoer corrigeren] in "Aanpassingsinstellingen voor operators aanpassen". Voor meer informatie over Aanpassingsinstellingen voor operators, zie Aanpassingsinstellingen voor operators.

Vellen worden samen ingevoerd, met papierstoringen als resultaat.

Vellen kleven aan elkaar.

Waaier de vellen los om ze plat te maken voordat u ze plaatst. Als dit niet werkt, voer dan de vellen één voor één in.

Het bericht “Nietjes bijvullen.” verschijnt en de nietfunctie kan niet gebruikt worden.

De nietjescartridge is niet correct ingesteld.

Zorg dat de nietjescartridge correct is ingesteld.

Wanneer een vel papier naar een brede bulklade met twee laden wordt gevoerd, kan dit niet worden verzonden of worden er twee vellen papier ingevoerd.

Het papier is omgekruld.

Strijk het omgekrulde papier glad en plaats het vel in de lade.

Wanneer een vel papier naar een brede bulklade met twee laden wordt verzonden, kan het niet worden verzonden of er worden twee vellen papier ingevoerd.

De papierinstellingen zijn onjuist opgegeven.

Stel de papierinstellingen correct in.

Bewerken

Probleem

Oorzaak

Oplossing

In de modus "Dubbele kopie" worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

De combinatie van origineel en kopieerpapier is niet correct.

Geef het papierformaat nogmaals op. Selecteer bijvoorbeeld A3Liggend voor A4Staand-originelen. Voor meer informatie over de instellingen voor dubbele kopieën, zie Basisbewerkingen.

In de modi "Randen wissen", "Midden wissen" of "Midden/Rand wissen" worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

U heeft een te brede rand ingevoerd om te wissen.

Verklein de breedte van de marge.

In de modi "Randen wissen", "Midden wissen" of "Midden/Rand wissen" worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

De originelen zijn niet correct gescand.

Plaats de originelen op de juiste manier.

In de modus "Marge aanpassing" worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

  • U heeft de breedte van de te wissen marge te groot ingesteld.

  • Er is te weinig margeruimte aan de andere zijde van de inbindpositie.

Stel een kleinere marge in bij Gebruikersinstellingen.

In de modus "Beeld herhalen" wordt de originele afbeelding niet meerdere keren gekopieerd.

U heeft hetzelfde formaat kopieerpapier als de originelen gekozen of u heeft niet de juiste reproductiefactor geselecteerd.

Selecteer kopieerpapier dat groter is dan de originelen of geef de geschikte reproductiefactor aan.

Stempel

Probleem

Oorzaak

Oplossing

De stempelpositie is niet goed.

De richting van het papier is niet goed.

Controleer de richting van het papier en de stempelpositie.

De stempel wordt niet afgedrukt op de achterkant van vellen bij dubbelzijdig kopiëren.

De stempelpositie op de achterkant van vellen is niet geschikt voor het papierformaat.

Stel de stempelpositie voor de achterkant opnieuw in. Voor meer informatie over Voor meer informatie over de stempelpositie op de achterzijde, zie Voorbereiding.

Combineren

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Kopieën die u gemaakt heeft met de functie "Boekje" of "Tijdschrift" kunnen niet correct tot een boekje worden gevouwen.

U heeft een instelling geselecteerd ("Links openmaken" of "Rechts openmaken") die niet overeenkomt met de richting van de originelen.

Wijzig de instelling voor [Richting: Boekje, Tijdschrift] in [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.]. Voor meer informatie over het instellen van [Richting: Boekje, Tijdschrift], zie Voorbereiding.

Als de functie "Combineren" gebruikt wordt, worden delen van de afbeelding niet weergegeven.

U heeft een verkeerde reproductiefactor gekozen die niet overeenkomt met het formaat van het origineel en het kopieerpapier.

Indien u met behulp van de handmatige papierselectiemodus een reproductiefactor aangeeft, dient u ervoor te zorgen dat de factor overeenkomt met uw originelen en het kopieerpapier. Selecteer de juiste reproductiefactor voordat u de modus Combineren gebruikt. Voor meer informatie over de modus Combineren, zie Basisbewerkingen.

Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde.

U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst.

Zorg ervoor dat de laatste pagina zich onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst.

Als u de originelen op de glasplaat plaatst, moet u beginnen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren.

Duplex

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Kan niet in duplexmodus afdrukken.

U heeft papier geplaatst dat te dik of te dun is.

Verander de papiersoort. Voor meer informatie over welk papiergewicht voor dubbelzijdig afdrukken kan worden gebruikt, zie Specificaties.

Kan niet in duplexmodus afdrukken.

U heeft een papierlade geselecteerd die niet is ingesteld voor dubbelzijdig afdrukken.

Wijzig de instelling voor "Duplex toepassen" in [Instell. papierlade] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade. Voor meer informatie over de instelling "Duplex toepassen", zie Voorbereiding.

Kan niet in duplexmodus afdrukken.

U heeft een papiertype geselecteerd dat niet gebruikt kan worden om dubbelzijdig mee af te drukken.

Selecteer in [Papierlade-instellingen] een papiertype dat gebruikt kan worden voor dubbelzijdig afdrukken. Voor meer informatie over de instelling "Papiertype", zie Voorbereiding.

Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde.

U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst.

Zorg ervoor dat de laatste pagina zich onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst.

Als u de originelen op de glasplaat plaatst, moet u beginnen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren.

Als de "Duplex"-modus wordt gebruikt, wordt er een kopie van boven naar beneden gemaakt, zelfs als [Boven/Boven] is geselecteerd.

De originelen zijn in de verkeerde richting geplaatst.

Plaats het origineel in de juiste richting. Voor meer informatie over de origineelrichtingen voor dubbelzijdig kopiëren, zie Basisbewerkingen.

Documentserver

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Geen toegang tot bestand.

  • Het bestand is met een wachtwoord beveiligd.

  • Het ingevoerde wachtwoord is niet juist.

Voor meer informatie over bestanden die beveiligd zijn met een wachtwoord, zie de Veiligheidshandleiding.

U kunt er niet achter komen wat de inhoud van een bepaald document is.

U kunt aan de hand van alleen de bestandsnaam de inhoud van een bestand wellicht niet controleren.

U kunt in het scherm 'Bestand selecteren' schakelen tussen de weergave [Lijst] en [Miniat.weerg.] om de bestandsinformatie te controleren.

  • Lijstweergave

    De bestandsnaam, het totaalaantal pagina's en de gebruikersnaam worden weergegeven.

  • Miniatuurweergave (thumbnails)

    In de miniatuurweergave verschijnt een afbeelding van het opgeslagen bestand.

Voor meer informatie over het scherm Bestand selecteren, zie Basisbewerkingen.

Het geheugen raakt regelmatig vol.

Het geheugen van de Documentserver is vol.

Verwijder onnodige bestanden. Op het bestandskeuzedisplay selecteert u onnodige bestanden en drukt u vervolgens op [Best.verw]. Als dit niet werkt om het beschikbare geheugen te vergroten, doet u het volgende:

  • Schakel over op het scannerscherm en verwijder onnodige bestanden die onder de scannerfunctie zijn opgeslagen.

  • Schakel over naar het printerscherm en verwijder onnodige bestanden die zijn opgeslagen onder Proefafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk.

Afwerken

Probleem

Oorzaak

Oplossing

De kopieën worden niet geniet.

Er zijn nietjes vastgelopen in het nietapparaat.

Verwijder de vastgelopen nietjes. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen nietjes, zie Vastgelopen nietjes verwijderen.

De kopieën worden niet geniet.

Het kopieerpapier is gekruld.

  • Draai het kopieerpapier in de lade om.

  • Strijk de gekrulde vellen plat met behulp van [Aanpassingsinstellingen voor operators]. Voor meer informatie over de instellingen voor [Papierkrul aanpassen], zie Aanpassingsinstellingen voor operators.

De kopieën worden niet geniet.

Het aantal kopieën is te groot om als enkele set te worden geniet.

Voor meer informatie over de nietcapaciteit, zie Specificaties.

Documenten met rughechting blijven niet goed vastzitten en kunnen niet goed worden gestapeld.

Bepaalde soorten papier kunnen niet goed worden gevouwen en gaan openstaan na te zijn gevouwen en geniet.

Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Voorbereiding.

De nietjes zijn verkeerd geplaatst.

De originelen zijn niet correct geplaatst.

Voor meer informatie over het plaatsen van originelen die u wilt nieten, zie Basisbewerkingen.

Vellen papier die geniet zijn, komen er niet uit tijdens het afdrukken.

Wanneer u het afdrukken onderbreekt terwijl de nietfunctie wordt gebruikt, kan er papier dat tijdens het afdrukken niet is geniet, in het nietapparaat achterblijven.

Druk op de toets [Stop] en annuleer vervolgens de kopieerinstellingen, inclusief nieten.