De beschrijvingen met betrekking tot kopieer- en Document Server-functies zijn bedoeld voor type 1, 2 en 3 apparaten.
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Het apparaat kan niet worden aangezet. |
De AC-schakelaar is niet aangezet. |
Zet de AC-schakelaar aan. Voor meer informatie over de aan/uit-schakelaar, zie Algemene vereisten. |
Als het apparaat is ingeschakeld, wordt alleen het pictogram [Kopieerapparaat (klassiek)] op het Home-scherm weergegeven. |
Andere functies dan de kopieerfunctie zijn nog niet gereed. |
Wacht nog even. |
Het apparaat is net ingeschakeld en het scherm Gebruikersinstellingen wordt weergegeven, maar het menu Gebruikersinstellingen mist items. |
Andere functies dan de kopieerfunctie zijn nog niet gereed. De tijd die daarvoor nodig is, verschilt per functie. Functies verschijnen in het menu Gebruikersinstellingen als ze klaar zijn voor gebruik. |
Wacht nog even. |
Het indicatielampje blijft branden en het apparaat gaat niet naar de slaapstand, ook al is de knop [Energiespaarstand] ingedrukt. |
In bepaalde gevallen gaat het apparaat niet over in de slaapstand wanneer de knop [Energiespaarstand] wordt ingedrukt. |
Controleer voor u de knop [Energiespaarstand] indrukt of de slaapstand ingeschakeld kan worden. Voor meer informatie over het inschakelen van de slaapstand, zie Voorbereiding. |
Het display is uitgeschakeld. |
Het apparaat staat in de energiespaarstand. |
Druk op de toets [Status controleren] om de energiespaarstand te annuleren. |
Het display is uitgeschakeld. |
Het apparaat staat in de slaapstand. |
Druk op de knop [Energiespaarstand] of op de knop [Status controleren] om de slaapstand te sluiten. |
Er gebeurt niets wanneer op de knoppen [Status controleren] of [Energiespaarstand] wordt gedrukt. |
De stroom is uitgeschakeld. |
Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar is uitgeschakeld en schakel vervolgens de stroom weer in. |
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld. |
De instelling voor de wekelijkse timer is ingesteld op [Hoofdstroom uit]. |
Wijzig de instelling voor de wekelijkse timer. Voor meer informatie over het instellen van de wekelijkse timer, zie Apparaatbeheer. |
Het invoerscherm voor de gebruikerscode wordt weergegeven. |
Met Gebruikerscodeverificatie worden er beperkingen voor de gebruikers ingesteld. |
Voor meer informatie over inloggen wanneer gebruikerscodeverificatie is geactiveerd, zie Voorbereiding. |
Het verificatiescherm verschijnt. |
Er is basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie is ingesteld. |
Voer uw log-in gebruikersnaam en uw gebruikerswachtwoord in. Voor meer informatie over het scherm Verificatie, zie Voorbereiding. |
Ook als het vastgelopen papier is verwijderd, blijft de foutmelding staan. |
|
Nadat u het vastgelopen papier heeft verwijderd, opent u het voorpaneel helemaal en sluit u het paneel vervolgens. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier, zie Vastgelopen papier verwijderen . |
Er wordt nog steeds een foutmelding weergegeven, zelfs wanneer het aangegeven paneel is gesloten. |
Eén of meerdere panelen staan open, maar dit wordt niet aangegeven. |
Sluit alle panelen van het apparaat. |
Afbeeldingen worden op de achterkant van het papier afgedrukt. |
U heeft wellicht het papier niet correct geplaatst. |
Plaats het papier op de juiste wijze. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Voorbereiding. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het gebruik van gekreukt papier veroorzaakt vaak papierstoringen, vlekkerige papierranden of verschoven posities bij het nieten of afdrukken van meerdere exemplaren. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Wellicht is de zij- of eindafscheider van de lade niet juist ingesteld. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Er is papier van een formaat geplaatst dat niet herkend kon worden. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Er zit een vreemd voorwerp in de uitvoerlade. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
De nietcartridge is niet correct ingesteld. |
Stel de nietjescartridge correct in. Voor meer informatie over het bijvullen van nietjes, zie Nietjes bijvullen. |
Er treden geregeld papierstoringen op |
Dik papier van een klein formaat is ingevoerd in de invoerrichting langs de lange rand (LEF). |
Wanneer u papier invoert van 200 g/m2 of meer en met een papierlengte van 21 cm of meer, trekt u de lade-eenheid naar buiten en bedient u de hendel van de papiertransporteenheid om deze te verhogen. Voor meer informatie, zie Voorbereiding. |
Er vinden papierstoringen plaats wanneer er op enveloppen wordt afgedrukt. |
De enveloppen hebben ezelsoren. |
|
Bij het afdrukken op enveloppen, kan het voorkomen dat enveloppen tegelijk worden ingevoerd of helemaal niet worden ingevoerd in de printer. |
De enveloppen hebben ezelsoren. |
|
Kan niet in duplexmodus afdrukken. |
U heeft een papierlade geselecteerd die niet is ingesteld voor dubbelzijdig afdrukken. |
Wijzig de instelling voor "Duplex toepassen" in "Instell. papierlade" om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade. Zie Voorbereiding voor meer informatie over de instelling "Duplex toepassen". |
Kan niet in duplexmodus afdrukken. |
U heeft een papiertype geselecteerd dat niet gebruikt kan worden om dubbelzijdig mee af te drukken. |
Selecteer in "Instell. papierlade" een papiertype dat gebruikt kan worden voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Voorbereiding voor meer informatie over de instelling "Papiertype". |
Papier is gebogen. |
Papier kan gebogen zijn wanneer deze in de bovenuitvoer van de finisher is uitgeworpen. |
Wijzig de uitvoerlade naar de staffellade van de finisher. |
De afbeelding is niet correct geplaatst op het papier. |
|
Neem contact op met de beheerder van uw apparaat of uw leverancier. |
Het apparaat schakelt niet binnen 16 minuten uit nadat u hem uit heeft gezet. |
Het apparaat kan de uitschakelprocedure niet uitvoeren. |
Herhaal de uitschakelprocedure. Als het apparaat niet uitgaat, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. |
Er vond een fout plaats toen het adresboek gewijzigd werd via het display of Web Image Monitor. |
Het adresboek kan niet gewijzigd worden wanneer er meerdere opgeslagen documenten gewist worden. |
Wacht even en probeer het dan nogmaals. |
Kan Web Image Monitor niet gebruiken om documenten af te drukken die op de documentserver staan opgeslagen. |
Indien er een beperking voor het afdrukvolume is ingesteld, kunnen gebruikers niet over hun volumelimiet heen gaan en doorgaan met afdrukken. Afdruktaken die geselecteerd zijn door gebruikers die hun afdrukvolumelimiet hebben bereikt, worden geannuleerd. |
|
De functie functioneert niet of kan niet worden gebruikt. |
Als u een taak niet kunt uitvoeren, wordt het apparaat wellicht door een andere taak opgehouden. |
Wacht tot de huidige taak is voltooid voordat u het opnieuw probeert. Voor meer informatie over compatibele functies, zie Compatibele functies. |
Uitgevoerd papier in de uitvoerlade van de stapeleenheid wordt niet juist uitgelijnd. |
|
Voor meer informatie over Aanpassingsinstellingen voor operators, zie Aanpassingsinstellingen voor operators. |
Uitgevoerd papier in de uitvoerlade van de stapeleenheid wordt niet juist uitgelijnd. |
Als het papier 280,0 g/m2 of meer weegt en het papierformaat is A3, SRA3 of groter, kan het voorkomen dat het uitgevoerde papier in de uitvoerlade van de stapeleenheid niet juist uitgelijnd wordt. |
Selecteer [Correctieniveau bolle krul: Klein] of [Correctieniveau bolle krul: Groot] onder [Papierkrul in uitvoer corrigeren] in "Aanpassingsinstellingen voor operators". Voor meer informatie over Aanpassingsinstellingen voor operators, zie Aanpassingsinstellingen voor operators. |
Probleem |
Oorzaken |
Oplossingen |
|---|---|---|
Kreuken ontstaan wanneer Venstervouw, Briefvouw naar binnen of Briefvouw naar buiten wordt toegepast. |
Het papier kreukelt wanneer de optie Venstervouw, Briefvouw naar binnen of Briefvouw naar buiten wordt toegepast op B4 JIS (Japanse Industriële norm) |
Wanneer Venstervouw, Briefvouw naar binnen of Briefvouw naar buiten wordt gebruikt met een papierformaat groter dan A4, raden wij u aan om afbeeldingsverkleining toe te passen en papier te gebruiken dat niet groter is dan A4 |
Bij het afdrukken op Z-gevouwen papier geeft het apparaat aan dat de uitvoerlade vol is, terwijl de hoeveelheid uitgevoerd papier op de lade veel minder is dan de maximale stapelcapaciteit. |
De Z-vouw ondersteuningslade is niet bevestigd. |
Bevestig de Z-vouw ondersteuningslade voor de finisher of multivouweenheid. Voor meer informatie over het plaatsen van de Z-vouw ondersteuningslade, zie Voorbereiding. |
Papier komt met gekreukelde randen uit de multivouweenheid wanneer de optie Venstervouw is geselecteerd. |
Het papier is omgekruld. |
|
De positie van de vouw is onjuist wanneer Briefvouw naar binnen wordt gebruikt met papier van B5 JIS-formaat. |
Multi-velvouw is opgegeven terwijl er slechts één vel wordt afgedrukt. |
|
![]()
Soms wijken afbeeldingen af vanwege de gebruikte papiersoort, het papierformaat of problemen met de papiercapaciteit. Gebruik het aanbevolen papier. Voor meer informatie over aanbevolen papier, zie Voorbereiding.
Verwante onderwerpen
Als meerdere functies niet tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd