Toegangsrechten voor opgeslagen bestanden opgeven
Als er gebruikersverificatie is ingesteld, kunt u toegangsprivileges voor opgeslagen bestanden opgeven wanneer u deze bestanden opslaat op de Documentserver. U kunt bovendien de toegangsrechten voor het bestand wijzigen.
Voor meer informatie over in- en uitloggen, zie de Gebruikershandleiding van uw apparaat.
In deze sectie wordt beschreven hoe u de toegangsrechten instelt en vervolgens een bestand opslaat in de documentserver.
Plaats het origineel en geef vervolgens de gewenste scaninstellingen op.
Geef de juiste waarde op voor de instelling [Orig. invoerrichting]. Als u dat niet doet, wordt de afdrukrichting boven/onder van het origineel niet correct weergegeven in de voorvertoning.
Voor meer informatie over de instelling raadpleegt u De richting van het origineel instellen.Druk op [Bestand opslaan].

Selecteer [Verz.&Opsl. ] of [Alleen opslaan].
Selecteer [Verz.&Opsl. ] om documenten te verzenden nadat ze zijn opgeslagen.
Selecteer [Alleen opslaan] als u documenten wilt opslaan.Druk op [Toegangsprivileges].
Druk op [Nieuw progr.].
Selecteer de gebruikers of groepen waaraan u toestemming wilt verlenen.
U kunt meer dan één gebruiker selecteren.
Druk op [Alle gebruikers] om alle gebruikers te gebruikers te selecteren.Druk op [Afsluiten].
Selecteer de gebruiker waaraan u toegangsrechten wilt verlenen en selecteer vervolgens de betreffende rechten.
U kunt kiezen uit de volgende toegangsrechten: [Alleen-lezen], [Bewerken], [Bew./Verw.] en [Totale controle].Druk op [Afsluiten].
Geef indien nodig de bestandsnaam en het wachtwoord op.
Druk op [OK].
Als u [Verz.&Opsl. ] heeft geselecteerd, geeft u de ontvanger op.
Druk op [Starten].
In deze sectie wordt beschreven hoe u toegangsprivileges wijzigt voor een bestand dat is opgeslagen op de Documentserver.
Druk op [Sel. opgesl. best.].

Druk op [Best. beh./verw.].
Selecteer de documenten die u wilt wijzigen.
Als u een document met een wachtwoord selecteert, voert u het wachtwoord in met de cijfertoetsen en drukt u op [OK].
Druk op [Wijz. toeg.privil.].
Druk op [Progr/Wijz/Verwijd].
Druk op [Nieuw progr.].
Selecteer de gebruikers of groepen waaraan u toestemming wilt verlenen.
U kunt meer dan één gebruiker selecteren.
Druk op [Alle gebruikers] om alle gebruikers te gebruikers te selecteren.Druk op [Afsluiten].
Selecteer de gebruiker waaraan u toegangsrechten wilt verlenen en selecteer vervolgens de betreffende rechten.
U kunt kiezen uit de volgende toegangsrechten: [Alleen-lezen], [Bewerken], [Bew./Verw.] en [Totale controle].Druk op [Afsluiten].
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].