Met toepassingsverificatie kunt u voor elke toepassing gebruikersrechten opgeven.
In het voorbeeld hieronder kan gebruiker B met beperkte rechten om de kopieerfunctie te gebruiken, niet alle kopieertoepassingen gebruiken. Gebruiker A zonder beperkte rechten om de kopieerfunctie te gebruiken en toegestaan om alleen ID-kaart kopiƫren voor alle kopieertoepassingen te gebruiken als opgegeven via toepassingsverificatie, kan alleen gebruik maken van ID-kaart kopiƫren.

Wanneer een gebruiker inlogt op het apparaat, worden de pictogrammen van de toepassingen die de gebruiker niet mag gebruiken, niet weergegeven op het Home-scherm.
![]()
Als u toepassingsverificatie wilt gebruiken, schakelt u zowel de gebruikersverificatie als de verificatie voor de apparaatbeheerder in.
De gebruikersbeheerder en de apparaatbeheerder kunnen de toepassingsverificatie configureren.