Druk op [Afwerken].

Selecteer [Sorteren] of [Gerot. sort.] en druk vervolgens op [OK].

Voer het aantal te kopiëren sets in met de cijfertoetsen.
Plaats de originelen.
Druk op [Testafdruk] om het type afwerking te bevestigen.
Druk op [Start].
![]()
Als u vanaf de glasplaat kopieert, dan wordt er eerst een enkele kopie gemaakt van ieder origineel. Wordt de eerste kopieset geaccepteerd, dan kunt u de overige kopiesets afdrukken door op [
] te drukken. De tijd die nodig is voor het afdrukken van de kopiesets hangt af van de afdrukinstellingen.
De volgende papierformaten en -richtingen kunnen worden gebruikt voor de functie Gerot.sort.:
A4![]()
, A5![]()
, B5 JIS![]()
, 81/2 × 11![]()
, 71/4 × 101/2![]()
, 41/8 × 91/2![]()
, C5 Env![]()
, C6 Env![]()
, DL Env![]()
, 16K![]()
![]()
Wanneer de functie Gerot.sort. wordt gebruikt, is de capaciteit mogelijk lager.
Wanneer het aantal kopieën de maximale capaciteit van de uitvoerlade overschrijdt, wordt het kopiëren gestopt. Wanneer dit gebeurt, moet u de kopieën van de uitvoer afhalen om het kopiëren te kunnen hervatten.
Het aantal vellen dat in interne lade 1 geplaatst kan worden, is 500. Voor meer informatie over het aantal vellen dat in andere uitvoerlades kan worden geplaatst, raadpleegt u de handleiding Onderhoud en specificaties.
U kunt de instellingen voor de functie Sorteren wijzigen onder [Invoer/uitvoer] in Gebruikersinst. Voor meer informatie, zie Invoer/uitvoer.