Voer, afhankelijk van de oorzaak van het probleem, één van de volgende stappen uit:
De zijafscheidingen in de papierlades zijn niet juist ingesteld.
Pas de zijgeleiders aan de breedte van het papier aan.
Als u de papierlade sluit, kunnen de zijgeleiders niet meer op één lijn zitten vanwege het gewicht van het papier. Sluit de papierlade langzaam om dit te voorkomen.
Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Voorbereiding.
Papierformaat, -richting of -type is niet juist opgegeven.
Geef de juiste instellingen op in de papierlade-instellingen.
Voor meer informatie over papierlade-instellingen, zie Voorbereiding.
Vellen van een gemengd type, dikte of kleur zijn in de papierlade geladen.
Stop alleen papier van eenzelfde type, dikte of kleur in een papierlade.
Bij het printen uit een lade die vellen in verschillende kleuren bevat, kunt u papierstoringen voorkomen door de volgende instellingen aan te geven:
Om de volgende instellingen aan te passen, dient u eerst het type papier dat gebruikt wordt als aangepast papier te registreren. Voor meer informatie over de registratie van aangepast papier, zie Voorbereiding.
<Als er aangepast papier wordt gebruikt>
Selecteer in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier 1321: [Storingsdetectie] en stel [Papierranddetectie] in op "3".
Druk de afbeelding af.
Als het probleem aanhoudt, selecteert u 1321: [Storingsdetectie] en stelt u vervolgens de waarde in [Storing 098] en [Storing 097] of [Detectiedrempel storing 097/098] in op "3".
Druk de afbeelding af.
Als het probleem aanhoudt, selecteer dan 1321: [Storingsdetectie] en stel de waarde voor [Stor. 097/098 detect/contr] van [Storing 080/097/098/099] in op [Uit].
Er is gekleurd papier of transparanten in de papierlade geplaatst.
De randen van het papier worden misschien niet goed waargenomen.
Pas de randdetectie van gekleurd papier aan.
Om de volgende instellingen aan te passen, dient u eerst het type papier dat gebruikt wordt als aangepast papier te registreren. Voor meer informatie over de registratie van aangepast papier, zie Voorbereiding.
Selecteer in [Geavanc. instel.] voor het aangepaste papier 1321: [Storingsdetectie] en stel vervolgens de waarde voor [Papierranddetectie] in op "3".
Druk 50 vellen enkelzijdig af. Wordt storingscode J098 weergegeven?
Ja
Stel de waarde in [Papierranddetectie] in op "4".
Nee
Klaar!
Druk 50 vellen enkelzijdig af. Wordt storingscode J098 weergegeven?
Ja
Stel de waarde in [Papierranddetectie] in op "5".
Nee
Klaar!
Druk 50 vellen enkelzijdig af. Wordt storingscode J098 weergegeven?
Ja
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Nee
Klaar!
Er wordt papier gebruikt met een breedte van 160 mm (6,3 inch).
Voer de oplossing uit in Scheef papier, "Er wordt papier gebruikt met een breedte van 160 mm (6,3 inch)".
