Om de beeldpositie aan te passen moet u:
Een roestvast stalen liniaal van 500 mm of langer (met een schaalverdeling van 0,5 mm) en een vergroter (voor het meten van het formaat) regelen
Het ondersteunde papierformaat en papiersoort controleren.
Druk vanaf de meegeleverde CD het bestand af van het formaat dat overeen komt met de afmeting van het papier waarvoor de beeldpositie moet worden aangepast.
Om de volgende instellingen aan te passen, dient u eerst het type papier dat gebruikt wordt als aangepast papier te registreren. Voor meer informatie over de registratie van aangepast papier, zie Voorbereiding.
Selecteer 1101: [Afbeeldingspositie] en pas vervolgens de afbeeldingspositie op zijde 1 aan. Voor meer informatie over het aanpassen van de positie, zie Aanpassen van de afbeeldingspositie op zijde 1.
Selecteer 1101: [Afbeeldingspositie] en stel de waarden voor de volgende instellingen in op "0".
[Haaks op invoer] van [Afbeeldingspositieresultaat: Zijde 2]
[Langs invoer] van [Afbeeldingspositieresultaat: Zijde 2]
[Haaks op invoer] van [Afbeeldingspositieresultaat: Voor- en achterzijde aanpassen]
[Langs invoer] van [Afbeeldingspositieresultaat: Voor- en achterzijde aanpassen]
[Haaks op invoer] van [Afbeeldingsvergrotingsresultaat: Zijde 2]
[Langs invoer] van [Afbeeldingsvergrotingsresultaat: Zijde 2]
[Haaks op invoer] van [Afbeeldingsvergrotingsresultaat: Voor- en achterzijde aanpassen]
[Langs invoer] van [Afbeeldingsvergrotingsresultaat: Voor- en achterzijde aanpassen]
[Tegenovergestelde kant operator] van [Trapeziumvervormingsresultaat: Zijde 2]
[Operatorkant] van [Trapeziumvervormingsresultaat: Zijde 2]
[Tegenovergestelde kant operator] van [Trapeziumvervormingsresultaat: Voor- en achterzijde aanpassen]
[Operatorkant] van [Trapeziumvervormingsresultaat: Voor- en achterzijde aanpassen]