In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de cijfertoetsen een faxnummer invoert.
Druk op [+].
Selecteer [Nummer handm. invoeren].
Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen.
Om een bestemming toe te voegen, drukt u op [Andere inv.] en geeft u de volgende bestemming op.
Druk op [Voltooid] nadat u een nummer heeft ingevoerd.
![]()
Druk op [Pauze] tijdens het kiezen of opslaan van een nummer om een pauze van ongeveer twee seconden in te voegen. Een pauze wordt op het display weergegeven als een "-".
Voor het maximum aantal cijfers voor een bestemming, zie Maximumwaarden.