In dit gedeelte worden de basisprocedures beschreven voor het verzenden van documenten met de faxfunctie.
![]()
Het is raadzaam de ontvangers te bellen en met hen af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden.
Originelen verzenden met de ADF
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Druk op het [Fax]-pictogram.
Plaats het origineel in de ADF.
Voor meer informatie over het plaatsen van originelen en verzending via de faxfunctie, zie Originelen plaatsen om te verzenden.
Druk op [Instellingen] om gedetailleerde scan- en verzendinstellingen op te geven, zoals scanformaat en resolutie, indien nodig.
Voor meer informatie, zie Het scherm [Instellingen].
Druk op [
].
Geef een bestemming op.
Druk op een bestemmingstoets om een in het adresboek geregistreerde bestemming te selecteren of druk op [+] om de methode te selecteren voor het opgeven van de bestemming.
Voor meer informatie over het opgeven van de bestemming, zie Een bestemming opgeven.
Wanneer u hetzelfde origineel naar meerdere bestemmingen wilt verzenden (broadcasting), kiest u de volgende bestemming.
U kunt de opgegeven bestemmingen controleren of wijzigen door op
(Bestemming(en) bevestigen) te drukken. Voor meer informatie, zie De opgegeven bestemmingen controleren of wijzigen.
Druk op [Starten].
Het apparaat start met het scannen van de originelen en met het kiezen van een nummer.
Originelen via de glasplaat verzenden
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Druk op het [Fax]-pictogram.
Plaats de eerste pagina van het origineel met de tekstzijde naar beneden op de glasplaat.
Voor meer informatie over het plaatsen van originelen en verzending via de faxfunctie, zie Originelen plaatsen om te verzenden.
Druk op [Instellingen] om gedetailleerde scan- en verzendinstellingen op te geven, zoals scanformaat en resolutie, indien nodig.
Voor meer informatie, zie Het scherm [Instellingen].
Druk op [
].
Geef een bestemming op.
Druk op een bestemmingstoets om een in het adresboek geregistreerde bestemming te selecteren of druk op [+] om de methode te selecteren voor het opgeven van de bestemming.
Voor meer informatie over het opgeven van de bestemming, zie Een bestemming opgeven.
Wanneer u hetzelfde origineel naar meerdere bestemmingen wilt verzenden (broadcasting), kiest u de volgende bestemming.
U kunt de opgegeven bestemmingen controleren of wijzigen door op
(Bestemming(en) bevestigen) te drukken. Voor meer informatie, zie De opgegeven bestemmingen controleren of wijzigen.
Druk op [Starten].
Het apparaat begint met scannen van het origineel.
Plaats het volgende origineel binnen 60 seconden op de glasplaat als u meerdere originelen verstuurt en druk vervolgens op [Start].
Herhaal deze stap voor elke pagina.
Druk op [Scan volt.] nadat alle originelen zijn gescand.
Het apparaat begint met het kiezen van een nummer.
![]()
Als het geheugen vol is (0% wordt weergegeven voor "Resterend geheugen" in [Informatie over resterend geheugen]) of bijna vol is, kunt u geen documenten verzenden.
Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen, worden alle gescande pagina's verwijderd.
Als een document vastloopt tijdens het scannen, wordt het verzenden geannuleerd.
Voor de maximum waarden van de volgende items, zie Maximumwaarden.
Het aantal documenten dat u kunt opslaan in het geheugen voor Geheugenverzending
Het aantal pagina's dat u kunt opslaan in het geheugen (met A4 Standaard <ITU-T
1 Chart>)
Het aantal bestemmingen dat u kunt opgeven per bestand
Het aantal bestemmingen dat u kunt opgeven voor alle bestanden (inclusief bestanden in het geheugen)
Wanneer u een origineel scant met veel pagina's, kan het zijn dat er een lange pauze tussen iedere pagina zit. Dit wordt veroorzaakt door het type origineel of de apparaatinstellingen.
U kunt de tijd wijzigen die de apparaten wachten voor het volgende origineel bij het verzenden van een fax via de glasplaat. Voor meer informatie, zie Scaninstellingen.