U kunt naar wens functies, programma's enz. toewijzen aan de functietoetsen.

Functietoets 1
Functietoets 2
Functietoets 3
Functietoets 4
U kunt functieknop 3 en functieknop 4 gebruiken op een apparaat van type 1, 2 of 3.
Functies die kunnen worden toegewezen aan functietoetsen:
Kopieerapparaat
Documentserver
Printer
Scanner
Geïntegreerde softwaretoepassingen
Geregistreerde programma's van de kopieer- of scannerfuncties
Printercontroller
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

Druk op [Systeeminstellingen].
Zorg ervoor dat het tabblad [Alg. eigensch.] geselecteerd is.
Druk op [Toewijzing functietoets].
Selecteer [Functietoets 1], [Functietoets 2], [Functietoets 3] of [Functietoets 4] waar u een functie aan toe wilt wijzen.
Selecteer een functie en druk op [OK].
Om een toegewezen functie te annuleren, selecteert u [Niet toewijzen] en drukt u op [OK].
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
![]()
Er kan slechts één functie toegewezen worden aan een functietoets.
Het is niet mogelijk om dezelfde functie of hetzelfde programma toe te wijzen aan meerdere functietoetsen.
U kunt deze instellingen ook met Web Image Monitor configureren. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.
Voor meer informatie over het maken van een programma, zie Functies in een programma registreren.