U kunt de modus wijzigen door op de functietoeten onderaan links van het bedieningspaneel te drukken.
Er zijn geen functies toegewezen aan de functietoetsen. U kunt vaak gebruikte functies, programma's en internetpagina's registreren. Voor meer informatie, zie De functietoetsen configureren.
De illustratie hieronder is een voorbeeld van de functies die met type 1, 2 en 3 kunnen worden geregistreerd.

![]()
Voor meer informatie over het lezen van het scherm voor elke functie, zie Het weergavescherm op het bedieningspaneel.