Koptekst overslaan
 

Instellingen die u kunt configureren via het bedieningspaneel

Gebruik het bedieningspaneel om de beveiligingsinstellingen te configureren die in de volgende tabel staan.

Systeeminstellingen

Tabblad

Item

Instelling

Timerinstellingen

Autom. Timer log-out

Aan: 180 seconden of minder.

Zie Automatisch uitloggen.

Beheerderstoepassingen

Gebruikersverificatiebeheer

Selecteer [Basisverificatie] en zet "Verif. afdruktaak" op [Compleet].

Zie Basisverificatie.

Beheerderstoepassingen

Beheerdersverificatie managementGebruikersmanagement

Selecteer [Aan] en vervolgens [Beheerdertoepas.] bij "Beschikbare instellingen".

Zie Beheerdersverificatie configureren.

Beheerderstoepassingen

Beheerdersverificatie managementApparaat management

Selecteer [Aan] en dan een van de "Beschikbare instellingen".

Zie Beheerdersverificatie configureren.

Beheerderstoepassingen

Beheerdersverificatie managementNetwerk management

Selecteer [Aan] en vervolgens [Interface instellingen], [Bestand doorzenden] en [Beheerdertoepas.] in "Beschikbare instellingen".

Zie Beheerdersverificatie configureren.

Beheerderstoepassingen

Beheerdersverificatie managementBestandsmanagement

Selecteer [Aan] en vervolgens [Beheerdertoepas.] bij "Beschikbare instellingen".

Zie Beheerdersverificatie configureren.

Beheerderstoepassingen

Uitgebreide beveiligingInstellingen met SNMPv1, v2

Verbieden

Zie Opgeven van de uitgebreide beveiligingsfuncties.

Beheerderstoepassingen

Uitgebreide beveiligingCoderingssleutel stuurprogr.: Cod.sterkte

AES

Zie Opgeven van de uitgebreide beveiligingsfuncties.

Beheerderstoepassingen

Uitgebreide beveiligingHuidige taak verifiëren

Toegangsprivilege

Zie Opgeven van de uitgebreide beveiligingsfuncties.

Beheerderstoepassingen

Uitgebreide beveiligingWachtwoord beleid

"Inst. moeilijkh.graad": Niveau 1 of hoger, "Minimaal aantal tekens": 8 of hoger

Zie Opgeven van de uitgebreide beveiligingsfuncties.

Beheerderstoepassingen

Niveau netwerkbeveiliging

Niveau 2

Om de apparaatstatus op te vragen via het printerstuurprogramma of via Web Image Monitor, schakelt u "SNMP" in op Web Image Monitor.

Zie Netwerkbeveiligingsniveaus opgeven.

Beheerderstoepassingen

Service Modusbeveiliging

Aan

Zie Handelingen van een onderhoudstechnicus beperken.

Beheerderstoepassingen

Coderingsinstellingen apparaatgegevens

Selecteer [Codeer] en dan bij [Alle gegevens], "Alle gegevens of alleen gegevens van bestandssysteem overdragen, of formatteer alle data.".

Als [Coderen] al is gekozen, zijn verdere coderingsinstellingen niet nodig.

Zie Gegevens op het apparaat coderen.

Scannereigenschappen

Tabblad

Item

Instelling

Oorspronkelijke instellingen

Menu beschermen

Niveau 2

Zie Menu beveiligen opgeven.

Faxeigenschappen

Tabblad

Item

Instelling

Ontvangstinstellingen

Opgeslagen ontvangstbestand gebruikersinstelling

Selecteer [Aan] en geef vervolgens de gebruikers of groepen op die taken op de ontvangen documenten mogen uitvoeren.

Zie Andere beveiligingsfuncties.

Oorspronkelijke instellingen

Menu beschermen

Niveau 2

Zie Menu beveiligen opgeven.

Opmerking

  • U kunt de SNMP-instelling opgeven in [SNMP] bij [Configuratie] in Web Image Monitor.