In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe de standaardwaarden kunnen worden ingesteld voor het beginscherm dat wordt geopend als het apparaat wordt ingeschakeld of als instellingen worden gewist of gereset.
De volgende instellingen kunnen als standaardwaarden worden geregistreerd:
Standaardtoepassingen
Kopiëren
Kleurmodus, Verkleinen/Vergroten, Aantal, Belichting, Papierlade, 2-zijdig, Combineren, Sorteren, Formaat origineel, Origineeltype, Overige
Fax:
Voorvertoning, Instellingen
Scanner
Voorvertoning, Verzendinstell.
Snelle toepassingen
Snelle kopie:
Kleurenmodus, Papierlade, Aantal, Verkleinen/Vergroten, 2-zijdig, Combineren, Belichting, Orig. invoerrichting
Snelle fax:
Belichting, Resolutie, Orig. invoerrichting, Origineelzijden, Scanformaat, Type Origineel, Voorvertoning
Snelle scanner:
Type Origineel, Bestandstype, Resolutie, Orig. invoerrichting, Origineelzijden, Scanformaat, Voorvertoning
Oudere toepassingen
Kopieerapparaat (klassiek):
Kleurmodus, Origineeltype, Belichting Origineelinstellingen, Papierlade, Bestand opslaan (met uitzondering van Gebruikersnaam, Bestandsnaam, Wachtwoord, en Opslagmap), Autom. verkl./vergr., Marge creëren, Afwerken, Kaft/Tussenblad, Bewerken/Kleur, Duplex/combi./reeks, Verkl/vergr, Aantal kopieën
Documentserver:
Afdrukscherm van het eerste document
2-zijdige kopie B/B, 2-zijdige kopie B/O, Boekje, Tijdschrift, Afwerken, Kaft/Tussenblad (behalve voor Hoofdvellade in Tussenv. / Hoofdstuk), Bewerken
Beginscherm scanner
Kleurmodus, Origineeltype, Belichting, Origineel inst., Papierlade, Autom. verkl./vergr., Marge creëren, Bewerken / Kleur, Duplex/combi./poster, Verkleinen/Vergroten
Fax (klassiek):
Scaninstellingen, belichting, Originele invoertype, Bestandstype, Bestand opslaan (met uitzondering van Gebruikersnaam, Bestandsnaam en Wachtwoord), Voorvertoning, verzendtype, Select. Lijn, geheugenverzending/directe verzending, Rapp. comm.result., TX modus(met uitzondering van Onderwerp), SMTP
Scanner (klassiek):
Scaninstellingen, belichting, Originele invoertype, Verzend Bestandstype/naam (met uitzondering van Beveil.inst. en Startnummer), Bestand opslaan (met uitzondering van Gebruikersnaam, Bestandsnaam, Wachtwoord en Opslagmap), Voorvertoning, Tekst, Onderwerp, Beveiliging, Ontv. Bevestiging, E-mailmethode voor bestanden
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de standaardfuncties van het beginscherm kunt wijzigen.
Standaardtoepassingen/Snelle toepassingen
Geef de instellingen op die nodig zijn op het startscherm voor [Kopie], [Fax], [Scanner], [Snelle kopie], [Snelle fax] of [Snelle scanner].
Druk op [Menu] () midden onderin het scherm.
Druk op [Huidige inst. als stand. instellen]
Wanneer u de snelle toepassing gebruikt, drukt u op [Huidige inst. als stand. instellen].
Om de standaardfabrieksinstellingen te herstellen, drukt u op [Stand.inst. nr fabriekstand. herst. ]. Druk op [Herstellen] en vervolgens op [Afsluiten].
Druk op [Geprogram.].
Druk op [Afsluiten].
Oudere toepassingen
Geef de instellingen op die u nodig heeft op het scherm [Kopieerapparaat (klassiek)], [Documentserver], [Fax (klassiek)] of [Scanner (klassiek)].
Wanneer u de Documentserver gebruikt, geeft u de instellingen op in het beginscherm voor het afdrukken van documenten of in het beginscherm voor het scannen van originelen.
Druk op [Herroepen/Progr./Progr. wijzigen] links onderin het scherm.
Druk op [Als stnd progr.].
Druk op [Geprogram.].
Om de standaardfabrieksinstellingen op het beginscherm te herstellen, drukt u op [Fabrieksinstellingen herstellen] en vervolgens op [Ja].
Druk op [Ja].
Als u de Oudere toepassingen gebruikt, kunnen de standaardinstellingen afzonderlijk van de normale en eenvoudige schermen worden geprogrammeerd.