Vorige
U kunt ontvangen documenten doorsturen of omleiden vanaf het hoofdapparaat naar het subapparaat en ze op het subapparaat afdrukken.
Zo kunt u instellen dat het hoofdapparaat documenten voor de verkoopafdeling naar het apparaat van de verkoopafdeling doorstuurt en documenten voor personeelszaken naar het apparaat van personeelszaken doorstuurt. De documenten worden vanaf het apparaat van de verkoopafdeling en het apparaat van personeelszaken afzonderlijk afgedrukt.
Als u ontvangen documenten wilt doorsturen of routeren, configureert u vooraf de instellingen voor doorsturen en routeren in het menu Faxeigenschappen op het hoofdapparaat.
U kunt het subapparaat per opgegeven ontvangstlijn of per afzender opgeven. Voor meer informatie over de vereiste instellingen, zie:
Als u [Instelling ontvangst op afstand per lijn] gebruikt
Selecteer de lijn op het hoofdapparaat in [Instelling ontvangst op afstand per lijn] in het menu Faxeigenschappen. Geef het subapparaat als doorstuurbestemming op. Voor meer informatie over Instelling ontvangst op afstand per lijn, zie Ontvangstinstellingen.
Als u [Instelling ontvangst op afstand per afzender] gebruikt
Registreer op het hoofdapparaat een speciale afzender in [Speciale afzender programmeren] in het menu Faxeigenschappen en stel vervolgens [Instelling ontvangst op afstand per afzender] in op [Aan]. Geef het subapparaat op als eindontvanger in [Apparaat op afstand]. Voor meer informatie over Instelling ontvangst op afstand per afzender, zie Speciale afzenders die anders moeten worden behandeld.
