In dit onderdeel worden de boxinstellingen beschreven.
De volgende functies zijn bedoeld voor het afleveren en doorzenden van documenten:
Persoonlijke box
Informatiebox
Doorzendbox
SUB-code en SEP-code
De SUB-code en de SEP-code zijn ID's die uit maximaal 20 cijfers bestaan en kunnen cijfers, [], [] en spaties bevatten.
Om deze functie te kunnen gebruiken moet u vooraf een box en SUB/SEP-code programmeren. De andere partij kan met de code documenten verzenden naar en opgeslagen documenten ophalen uit deze box.
Voor het maximumaantal persoonlijke boxen, informatieboxen en doorzendboxen dat u kunt registreren, zie Maximumwaarden.
U kunt niet dezelfde boxcode instellen voor twee verschillende boxen.
Verzenden of programmeren wordt mogelijk niet toegestaan als er onvoldoende vrij geheugen over is. De resterende hoeveelheid vrij geheugen verschilt afhankelijk van de optionele apparatuur die is geïnstalleerd.
Als een andere parameter dan [Afdrukken] is ingesteld op [Uitvoermodus] in [Algemene instelling] onder [Schakeltimer uitvoermodus] in [Bestandsontvangstinstellingen], kunnen persoonlijke boxen, informatieboxen of doorzendboxen misschien niet worden gewijzigd of verwijderd. In dat geval controleert u de instelling [Schakeltimer uitvoermodus].