Druk op [Specifieke periode-instellingen].
Druk op [Wijzigen] rechts van het item dat u wilt opgeven.
Druk op [Startdatum/-tijd].
Voer de datum en tijd in en druk vervolgens op [].
(voornamelijk in Europa en Aziƫ)
Voer de datum en tijd in met de cijfertoetsen.
(voornamelijk in Noord-Amerika)
Voer de datum en tijd in met de cijfertoetsen en selecteer vervolgens [AM] of [PM].
Druk op [OK].
Druk op [Einddatum/-tijd].
Voer de datum en tijd in en druk vervolgens op [].
Druk op [OK].
Druk op [Uitvoermodus].
Selecteer [Afdrukken], [Stand-by voor afdrukken], [Afdr. met ID vereist], [Doorsturen] of [Opslaan].
Als u [Doorzenden] selecteert, configureert u de instellingen in [Doorstuurbestemming].
Druk op [Doorstuurbestemming] en configureer de volgende items:
[Specificeer bestemming]
Selecteer dit item om een andere doorstuurbestemming op te geven dan is opgegeven bij [Doorsturen] in [Bestandsontvangstinstellingen].
Druk op [Specificeer bestemming], selecteer een bestemming uit de bestemmingslijst en druk vervolgens op [OK].
[Beveiliging]
Druk op [Beveiliging], druk op [Codering] om een e-mail te coderen en druk op [Handtekening] om een handtekening aan de e-mail toe te voegen. Druk vervolgens op [OK].
[Afdrukdoorstuurteken]
Als u een doorstuurteken op een doorgestuurd document wilt afdrukken, controleert u of [Afdrukdoorstuurteken] is ingeschakeld.
[Gelijk aan basisinstell.]
Selecteer dit item om dezelfde doorstuurbestemming op te geven als die bij [Doorsturen] in [Bestandsontvangstinstellingen] is opgegeven.
Als u de instellingen hebt geconfigureerd, drukt u op [OK].
Als u [Opslaan] selecteert, geeft u de bestemming voor de e-mail met het ontvangstrapport op in [Opslaan: Meldingsbestemming].
Druk op [Opslaan: Meldingsbestemming] en configureer de volgende items:
[Melden]
Selecteer dit item om een ontvangstrapporte-mail te verzenden.
[Bestem. om te inform.]
Druk op [Bestem. om te inform.], selecteer een bestemming voor een ontvangstrapporte-mail uit de lijst en druk vervolgens op [OK].
[Beveiliging]
Druk op [Beveiliging], druk op [Codering] om een e-mail te coderen en druk op [Handtekening] om een handtekening aan de e-mail toe te voegen. Druk vervolgens op [OK].
[Niet melden]
Selecteer dit item als het niet vereist is om een ontvangstrapporte-mail te versturen.
[Gelijk aan basisinstell.]
Selecteer dit item om een ontvangstrapporte-mail naar dezelfde bestemming sturen als die bij [Opslaan] in [Bestandsontvangstinstellingen] is opgegeven.
Als u de instellingen hebt geconfigureerd, drukt u op [OK].
Druk twee keer op [OK].
Druk op [Afsluiten].