Het apparaat slaat documenten op die niet verzonden konden worden via Geheugenverzending. Gebruik deze procedure om dergelijke documenten opnieuw te verzenden.
Stel "Documenten, die niet konden worden verzonden, opslaan in het geheugen" in op "Aan" in de gebruikersparameter (schakelaar 24, bit 0) in het menu Faxeigenschappen. Zie Parameterinstellingen.
Bij gebruik van de toepassing Fax
Voor meer informatie over het gebruik van het toepassingsscherm, zie "[Fax]-scherm".
Bij gebruik van de toepassing Fax (klassiek)
Voor meer informatie over het gebruik van de klassieke faxfunctie, zie Procedure voor het opnieuw verzenden van een bestand (klassiek).