U kunt de functies van het apparaat gebruiken voor toegang tot documenten op de Documentserver. De documenten kunnen worden weergegeven en afgedrukt. U kunt tevens de fax- en scannerfuncties gebruiken om documenten te verzenden.
Welke functies voor een opgeslagen document beschikbaar zijn, hangt af van de manier waarop het document is opgeslagen. De beschikbare functies en de opslagmethode worden in de onderstaande tabel uitgelegd:
Opslagmethode |
Lijstweergave |
Afdrukken |
---|---|---|
Documenten opslaan met de kopieerfunctie van het apparaat |
Beschikbaar |
Beschikbaar |
Documenten opslaan met de Documentserver-functie van het apparaat |
Beschikbaar |
Beschikbaar |
Documenten opslaan met de faxfunctie van het apparaat |
Beschikbaar |
Beschikbaar |
Documenten opslaan met de scannerfunctie van het apparaat |
Niet beschikbaar*1 |
Niet beschikbaar |
Documenten opslaan op het apparaat vanaf een computer |
Beschikbaar |
Beschikbaar |
*1 Wanneer documenten met de scannerfunctie worden opgeslagen, kunt u deze terugvinden in het scherm met scannerfuncties. Voor meer informatie, zie Scannen.
U kunt documenten overdragen die met de faxfunctie zijn opgeslagen. Voor meer informatie, zie Faxen.
U kunt documenten overdragen die met de scannerfunctie zijn opgeslagen. Voor meer informatie, zie Scannen.